Les 5
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wie staat het hoogste in de hiërarchie?
A
verkeersreglement
B
verkeerslichten
C
verkeersborden
D
bevoegde personen
Slide 2 - Quiz
Wie staat het laagste in de hiërarchie?
A
verkeersreglement
B
verkeerslichten
C
verkeersborden
D
bevoegde personen
Slide 3 - Quiz
Hoe snel moet ik minimum rijden op de autoweg?
A
70 km/u
B
90 km/u
C
120 km/u
D
Het correcte antwoord staat niet in de lijst.
Slide 4 - Quiz
Hoe snel moet ik minimum rijden op de autosnelweg?
A
70 km/u
B
90 km/u
C
120 km/u
D
Het correcte antwoord staat niet in de lijst.
Slide 5 - Quiz
Hoe snel mag ik maximum rijden op de autosnelweg?
A
70 km/u
B
90 km/u
C
120 km/u
D
Het correcte antwoord staat niet in de lijst.
Slide 6 - Quiz
Hoever moet ik de gevarendriehoek plaatsen bij pech op de autosnelweg?
A
30 meter
B
50 meter
C
70 meter
D
100 meter
Slide 7 - Quiz
Hoever moet ik de gevarendriehoek plaatsen bij pech op de autoweg?
A
30 meter
B
50 meter
C
70 meter
D
100 meter
Slide 8 - Quiz
De politieagent steekt zijn hand in de lucht, wat moet ik doen?
Slide 9 - Question ouverte
Hoe herken ik een busstrook vs een bijzonder onverrijdbare bedding?
Slide 10 - Question ouverte
Wat is een trottoir?
Slide 11 - Question ouverte
Wie zijn weggebruikers?
Slide 12 - Carte mentale
Geef enkele bestuurders
Slide 13 - Carte mentale
Geef enkele motorvoertuigen
