Thema 2, Basisstof 2, Het verteringsstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Thema 2: Voedingsmiddelen

Basisstof 2 en 3: Het verteringsstelsel

Leerdoelen

•  Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
• Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
• Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.

Verteringsstelsel

Een lang kanaal van je mond tot je anus -> Het maag-darmkanaal. 

Functie: Voedingsstoffen uit voedsel worden opgenomen in je bloed.

Verteren

• Sommige voedingsstoffen kunnen meteen door de wand van het darmkanaal heen (Vitamine en mineralen)

• Andere voedingsstoffen kunnen niet meteen door de wand heen. (Eiwitten, de meeste koolhydraten en vetten)

Kauwen

(Mechanische vertering)

Verteringssappen

(Chemische vertering)

Verteren = het afbreken van grote voedingsstoffen tot kleinere stoffen.

Mechanische vertering

Verteringssappen (Chemisch)

Verteringsklieren:

• Speekselklieren 
• Maagsapklieren 
• Lever -> Gal -> Emulgeert vetten?
• Alvleesklier
• Darmsapklieren

Darmperistaltiek (Mechanisch)

    Schema darmperistaltiek

1. Lengtespieren ontspannen en kringspieren trekken samen.
2. Darmkanaal wordt nauwer en duwt voedsel vooruit.
3. Lengtespieren trekken samen en kringspieren ontspannen.

Darmperistaltiek

Aan de slag

• Maken:  1, 2, 3, 4, 7, 6, 10 (Huiswerk voor donderdag, controle!)
  
• Bespreken einde van de les: 1 en 3

Volgende les gaan we starten met B3!

Thema 2, Basisstof 3

Leerdoelen

•  Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen

Mond

• Speekselklieren in je mond produceren speeksel.
• Speeksel bestaat uit water, slijm en het enzym amylase.
• Amylase verteert zetmeel. 

Slokdarm

• Door te slikken komt voedsel in de slokdarm
  

• Neusholte wordt afgesloten met de huig.
• Luchtpijp wordt afgesloten met het strotklepje. 

De maag (buitenkant)

De maag (binnenkant)

Twaalvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier

• In de twaalfvingerige darm komen de sappen vanuit de lever en alvleesklier bij elkaar. 
• Lever maakt gal
• Alvleesklier maakt alvleessap

Dunne darm

Dikke darm

• Onverteerde voedselresten komen in de dikke darm.
  
• Water wordt opgenomen in het bloed.
• Anderhalve meter lang.

Huiswerk Di 17 december

• Maken 1, 3, 4, 6, 7, 8, 9 en 10
  

Bespreken opdracht 1