HTL1A 18-1-2022

Aardrijkskunde HTL1A
18-1-2022
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Aardrijkskunde HTL1A
18-1-2022

Slide 1 - Diapositive

Oriëntatie
  • Terugblik vorige les
  • Leerdoelen
       - je weet waar in de wereld dichtbevolkte en dunbevolkte gebieden zijn
       - je weet waarom in arme landen het aantal geboorten zo hoog is en de 
          gemiddelde levensverwachting zo laag
       - je kunt de bevolkingsdichtheid van een land uitrekenen

Slide 2 - Diapositive

Lesplanning
  • Uitleg §2.1 (20 min)
       - Bevolkingsdichtheid
       - Bevolkingsspreiding
       - Bevolkingsgroei
  • Maken §2.1 (20 min)
       Opdracht 1 t/m 5

Slide 3 - Diapositive

Uitleg §2.1

Slide 4 - Diapositive

Hoe zijn de mensen over de wereld verdeeld?
A
gelijk
B
ongelijk

Slide 5 - Quiz

Waar is de bevolkingsdichtheid hoog?
A
in de bergen
B
in koude gebieden
C
in vlakke gebieden
D
in de woestijn

Slide 6 - Quiz

Waarom zijn bepaalde gebieden dichtbevolkt en andere dunbevolkt?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Een land heeft 20.000 inwoners en een oppervlakte van 40 vierkante km.
Wat is de bevolkingsdichtheid?
A
500
B
10
C
200
D
5000

Slide 11 - Quiz

Weet je hoe de bevolkingsspreiding in een gebied is als je de bevolkingsdichtheid weet?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Hoeveel mensen wonen
er op de wereld?

Slide 13 - Carte mentale

Slide 14 - Lien

Waarom hebben mensen
in arme landen veel kinderen?

Slide 15 - Carte mentale

Hoe komt het dat mensen gemiddeld steeds ouder worden?

Slide 16 - Question ouverte

In welk land is worden de meeste kinderen geboren per 1.000 inwoners?
A
Canada
B
Nigeria
C
Oostenrijk
D
Zuid-Korea

Slide 17 - Quiz

In welk land is de levensverwachting het hoogste?
A
Brazilië
B
China
C
Egypte
D
Verenigde Staten

Slide 18 - Quiz

Soorten steden
  • Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen
  • Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
  • Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
  • Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 
Aan het werk
Wat?
Afronden §2.1: opdracht 1 t/m 5
Waar?
Werkboek of digitaal lesmateriaal
Hoe?
20 minuten; zelfstandig of samenwerken
Vragen? Overleg met klasgenoten of docent 
Klaar?
Afronden vaardigheden H2 (atlas)
Lezen §2.2
Maken §2.2: opdracht 1 en 2

Slide 19 - Diapositive

Heb je behoefte aan meer uitleg over §2.1?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Afsluiting

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk voor 20-1
  • Maken §2.1: opdracht 1 t/m 5
  • Lezen §2.2

Slide 22 - Diapositive

Wat heb je vandaag
geleerd?

Slide 23 - Carte mentale

Welke uitspraak is het meest op jou van toepassing voor §2.1?
A
ik ken de stof goed
B
ik ken de stof redelijk
C
ik vind de stof lastig
D
ik heb meer uitleg of oefening nodig

Slide 24 - Quiz

Hoe vond je deze les?
Heb je nog tops/tips voor mij?

Slide 25 - Carte mentale