2.1 Waar wonen de meeste mensen?

2.1 Waar wonen de meeste mensen?

Deel 1
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.1 Waar wonen de meeste mensen?

Deel 1

Slide 1 - Diapositive

Waar wonen ook alweer de meeste mensen in Nederland?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Stad
Platteland

Slide 4 - Diapositive

Kustgebied
Binnenland

Slide 5 - Diapositive

Berggebied
Vlak landschap

Slide 6 - Diapositive

Drukke stad
Rustige stad

Slide 7 - Diapositive

Historische stad
Nieuwe stad

Slide 8 - Diapositive

Sneeuwgebied
Tropisch gebied

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen
- Weet je waar dichtbevolkte en dunbevolkte gebieden zijn.
- Begrijp je waardoor de bevolkingsgroei en bevolkingsspreiding verschillen tussen gebieden.
- Kun je de bevolkingsdichtheid van een land uitrekenen.

Slide 10 - Diapositive

Bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid


Wie weet wat hier het verschil tussen is?

Slide 11 - Diapositive

Bekijk bron 7
Ook hier zien we erg veel ongelijkheid. 
Hoe kunnen wij dit verklaren?

Slide 12 - Diapositive

Bevolkingsspreiding

Slide 13 - Diapositive


Bevolkingsspreiding: de manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is.

Bevolkingsdichtheid: het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer in een gebied
Rekensom:
(inwoners : oppervlakte van een gebied)

Slide 14 - Diapositive

Bevolkingsgroei
Hoe kan het dat wij steeds meer mensen hebben op de wereld?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

Twee oorzaken sterke bevolkingsgroei:
1. Groot aantal geboorten
(vooral in arme landen)

2. Mensen worden gemiddeld steeds ouder.
(Levensverwachting: hoe oud mensen gemiddeld worden) 

Slide 17 - Diapositive

Levensverwachting

Hoeveel jaar iemand 
gemiddeld word van een land

Slide 18 - Diapositive

De levensverwachting gaat omhoog:

De levensomstandigheden zijn verbeterd.
(5 basisbehoeften: eten en drinken, onderwijs, onderdak, kleding en gezondheidszorg  )

Slide 19 - Diapositive

de bevolkingsspreiding kan:
A
hoog/laag zijn
B
gelijk/ongelijk zijn

Slide 20 - Quiz

Wat is bevolkingsspreiding?
A
de hoeveelheid mensen op 1 km2
B
de toename van het inwonersaantal in een bepaald land of gebied gedurende een bepaalde tijd
C
de verdeling van mensen in een gebied
D
verwachte ontwikkeling van de bevolking in de toekomst

Slide 21 - Quiz

Wat is bevolkingsdichtheid?
A
Hoeveel mensen er wonen in de steden.
B
Hoeveel mensen er wonen op 1 vierkante kilometer.
C
Hoeveel mensen er in Nederland wonen.
D
Hoeveel mensen er in het noorden wonen.

Slide 22 - Quiz

Steden kunnen op twee manieren groeien: door sociale bevolkingsgroei en natuurlijke bevolkingsgroei. Sociale bevolkingsgroei is:
A
Het verschil tussen immigratie en emigratie
B
Het verschil tussen geboortecijfer en sterftecijfer

Slide 23 - Quiz

Geboortecijfer
  •  In Nederland werden in 2020 136.000 baby's geboren. Nederland had toen 17.345.000 inwoners. Bereken het geboortecijfer
  • 136.000 : 17.345.000 x 1000 = 7,8 ‰  --> geboortecijfer

  • In Nigeria werden in 2020 6.323.825 baby's geboren. Nigeria had toen 200.000.000 inwoners. Bereken het geboortecijfer. 
  • 6.323.825 : 200.000.000 x 1000 = 31.6  ‰  --> geboortecijfer
  • de berekening is hetzelfde bij het sterftecijfer

Slide 24 - Diapositive

Sterftecijfer

Slide 25 - Diapositive

Geboortebeperking door:
- Langer onderwijs
(emancipatie, kennis anticonceptie)
- Betere gezondheidszorg
(voorbehoedsmiddelen, minder zuigelingen- en kindersterfte)
Of bepaald door regelgeving

Gevolg: Gezinnen worden kleiner.

Slide 26 - Diapositive