Examentraining 2016-2

Examentraining
MHU, 2022
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Examentraining
MHU, 2022

Slide 1 - Diapositive

Wat we gaan doen
1. rondje langs de velden   
2. moeilijke vragen 2016-2
3. verder werken

Slide 2 - Diapositive

Welke vraag wil je graag klassikaal bespreken?

Slide 3 - Carte mentale

Vraag 18 - functie alinea 1
A
Anekdote
B
Probleemstelling
C
Titelverklaring
D
Aanleiding

Slide 4 - Quiz

Vraag 19

Slide 5 - Question ouverte

Belangrijk
Als wordt gevraagd om een zinsgedeelte, is een hele zin een fout antwoord!
Hoofdletters en interpunctie alleen als dat zinsgedeelte die bevat.
Denk om de regelnummers.
Wel goed: 'Individualisme is ... in groepsverband' (regel 37-39)
Optioneel erbij: 'binnen een veilige bandbreedte van conventies'

Slide 6 - Diapositive

20 en 21
Belangrijk: je hoeft geen antwoord te geven in volledige zinnen. Maak het jezelf dus niet onnodig moeilijk. 
Noteer duidelijk de redenen resp. de voorwaarden.

Slide 7 - Diapositive

Vraag 22
1. Het eigenbelang/lijfsbehoud is onduidelijk/ligt te ver in de toekomst.
2. De groepsidentiteit/het collectieve plezier is het belangrijkst.

Een volzin bevat ond. en pv.

Slide 8 - Diapositive

Vraag 23
A
Burgers nemen zelf meer risico's
B
Alleen de overheid kan bescherming bieden
C
De samenleving wordt steeds gevaarlijker
D
Het sociale vangnet ... bestaat niet meer

Slide 9 - Quiz

Vraag 24 en 25

Slide 10 - Diapositive

Vraag 26 en 27

Slide 11 - Diapositive

Aandachtspunten 28
Er wordt gevraagd om voorbeelden woord- of zinsgebruik. Dat betekent 'citeren'.
Denk om de regelnummers!

Slide 12 - Diapositive

Vraag 29
Standpunt
Argument
Subargument
Zin 1
Zin 2
Zin 3
Zin 4
Zin 5

Slide 13 - Question de remorquage

Vraag 30

Slide 14 - Diapositive

Vraag 31
A
cirkelredenering
B
onjuist beroep op autoriteit
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 15 - Quiz

Belangrijk
32-35 gaan over tekst 3 en 4. Je moet die teksten dus met elkaar vergelijken.
Bij vraag 35 komt ook nog een tekstfragment erbij.
Tip: vat in enkele zinnen de teksten voor jezelf samen.

Slide 16 - Diapositive

Aantal behaalde punten op alle vragen
(eventueel schatting tekst 1)
< 20 punten
21-25 punten
26-30 punten
31-35 punten
36-40 punten
46-50 punten
51> punten

Slide 17 - Sondage