Week 8 - Les 2

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Week 8 - Lesson 2

Planning

Lesdoelen: woordjes & expressions beheersen, to be beheersen

1) Woordjes oefenen

2) Herhaling To Be

3) LU opdrachten To Be

4) Woordpuzzel vocab 1.3

5) Overhoren zinnen 1.3

www.blooket.com

Planning

Lesdoelen: woordjes & expressions beheersen, to be beheersen

1) Woordjes oefenen

2) Herhaling To Be

3) LU opdrachten To Be

4) Woordpuzzel vocab 1.3

5) Overhoren zinnen 1.3

To Be

Ond / Soort	Bevestigend	Ontkennend	Vragend
I	I am I 'm	I am not I 'm not	Am I?
You / We / They	You are / You 're We are / We 're They are / They 're	You are not / You aren't / You 're not We are not / We aren't / We 're not They are not / They aren't / They 're not	Are you? Are we? Are they?
He / She / It	He is / He 's She is / She 's It is / It 's	He is not / He isn't / He 's not She is not / She isn't / She 's not It is not / It isn't / It 's not	Is he? Is she? Is it?

My best friend ___ a nice guy.

1. am
2. is
3. are

___ your cousins twins?

1. Am
2. Is
3. Are

Our teachers ___ always interesting.

1. am not
2. is not
3. are not

Our class ___ the best class.

1. am
2. is
3. are

Bob ___ my friend but Jake is.

1. am not
2. is not
3. are not

____ Tom your brother?

1. Am
2. Is
3. Are

My parents don't like rap music.
___ fans of techno either.

1. Their
2. They're not
3. Theren't
4. They aren't

___ a fan of pizza.

1. I amn't
2. I'm not
3. I aren't
4. I isn't

Jennifer and Joss ___ good at playing videogames.

1. am
2. is
3. are
4. 're

Planning

Lesdoelen: woordjes & expressions beheersen, to be beheersen

1) Woordjes oefenen

2) Herhaling To Be

3) LU opdrachten To Be

4) Woordpuzzel vocab 1.3

5) Overhoren zinnen 1.3

LessonUp opdracht 1

Vervoeg in de volgende zinnen steeds alleen het woord of de woorden tussen haakjes (De rest van de zin hoef je dus niet over te nemen)

Let op: je mag alleen de volledige vormen opschrijven, dus geen verkortingen gebruiken!

Kijk goed naar de zin om te bepalen of een zin bevestigend, ontkennend of vragend is

Cindy (to be) my best friend.

Peter and Kate (not / to be) classmates.

(Johnny / to be) your brother?

You (to be) a good student

They (not / to be) in the classroom.

(It / to be) an apple?

Felicia and I (to be) sisters.

I (to be) a teacher.

It (not / to be) a book bag.

(you / to be) okay?

LessonUp opdracht 2

Zet alle woorden in de juiste volgorde + zet 'to be' in de correcte vorm.

Ook bij deze opdracht mag je geen verkorte vormen gebruiken!

I / not / a teacher. / (to be)

she / (to be) / your mother / ?

The dog / kennel. / in / the / (to be)

We / not / (to be) / home. / at

the books / (to be) / the / on / desk?

Planning

Lesdoelen: woordjes & expressions beheersen, to be beheersen

1) Woordjes oefenen

2) Herhaling To Be

3) LU opdrachten To Be

4) Woordpuzzel vocab 1.3

5) Overhoren zinnen 1.3

Anagram

Klik op de link op de volgende pagina

Doe het anagram spel; het doel van het spel is om de letters zo snel mogelijk in de juiste volgorde te slepen om zo het Engelse woord te krijgen.

Ga door tot je alle 20 woorden gedaan hebt

Ben je klaar? Ga leren voor de X-week

wordwall.net

Planning

Lesdoelen: woordjes & expressions beheersen, to be beheersen

1) Woordjes oefenen

2) Herhaling To Be

3) LU opdrachten To Be

4) Woordpuzzel vocab 1.3

5) Overhoren zinnen 1.3

www.cram.com

Homework (Ma 7/11/22)

1) Afmaken alle opdrachten uit de LessonUps van deze week

2) Leren voor de X-week