2VM H1.4 Kom je uit met je geld?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Wat gaan we vandaag doen?

1. Terugblik op 1.3
2. Uitleg en instructie 1.4
3. Maakwerk voor vandaag     
4. Wat heb je geleerd? 

                                                         

1.4. Kom je uit met je geld?

EEN VERGELIJKEND WARENONDERZOEK IS EEN ONDERZOEK NAAR:

1. VERSCHILLENDE PRODUCTEN
2. DEZELFDE SOORT PRODUCTEN
3. DEZELFDE MERKEN
4. VERSCHILLENDE DIENSTEN

EEN VERGELIJKEND WARENONDERZOEK MAAKT RECLAME VOOR EEN PRODUCT

1. WAAR
2. NIET WAAR

Leerdoelen

Na afloop van deze les weet/kan ik ...

1. Wat voor soorten inkomens en uitgaven er zijn
   
2. Hoe je een begroting kan opstellen
   
3. Bedragen omrekenen met tijd
4. Hoe je geld moet reserveren

Soorten inkomens

Loon

Winst

Uitkering

Soorten uitgaven

Dagelijkse (huishoudelijke) uitgaven

Vaste lasten

Incidentele uitgaven

Begroting

Begroting = overzicht van verwachte inkomsten en verwachte uitgaven

Voorbeld begroting maart

Inkomsten	Uitgaven
Inkomen uit arbeid (bijv. salaris) Inkomen uit winst Overdrachtsinkomen (bijv. zakgeld of een uitkering)	Huishoudelijke uitgaven (bijv. eten, kapper) Vaste lasten (bijv. huur, abonnementen) Incidentele uitgaven (bijv. vakantie, meubels)

Rekenen met reserveren

Formule => Benodigd bedrag: aantal jaren = reserveren per jaar

Voorbeeld: Ik wil een nieuwe tv over drie jaar. Deze kost € 699. Hoeveel geld moet ik per maand reserveren?

€ 699 : 3 = € 233 reserveren per jaar

€ 233 : 12 = € 19,42 reserveren per maand

Omrekenen met tijd

Bekijk thuis de video op de volgende dia!!

Voorbeeld

Je krijgt €40 zakgeld per maand. Hoeveel is dat per week?

€40 x 12 = €480

€480 : 52 = €9,23 

Wat heb je geleerd?

Van welk soort inkomen weet je
van te voren niet hoeveel het is?

1. loon
2. winst
3. salaris
4. uitkering

Overdrachtsinkomen

Inkomen uit winst

Inkomen uit arbeid

Salaris

Zakgeld

Winst uit je eigen bedrijf

Uitkering

Loon

Waar geven scholieren het vaakst geld aan uit?

Waar geven scholieren het meest geld aan uit?

Eten, snoep, drinken

Cadeaus

Games, apps

Kleding en schoenen

Vakantie

Uitgaan, hobby

Welke soorten uitgaven kun je onderscheiden?

1. Huishoudelijke uitgaven en vaste lasten
2. Dagelijkse lasten en vaste huishoudelijke uitgaven
3. Incidentele, huishoudelijke uitgaven, vaste Lasten
4. Kleine en grote uitgaven

3 Soorten Uitgaven

Vaste Lasten

Huishoudelijke Uitgaven

Incidentele Uitgaven

kleding, apparaten of vakantie. zijn voorbeelden van...

1. Vaste lasten
2. Huishoudelijke uitgaven
3. Incidentele uitgaven
4. Reservering

Huur, een abonnement, contributie zijn voorbeelden van...

1. Vaste lasten
2. Huishoudelijke uitgaven
3. Incidentele uitgaven
4. Reservering

Boodschappen, persoonlijke verzorging, uitgaan en cadeautjes zijn voorbeelden van...

1. Vaste lasten
2. Huishoudelijke uitgaven
3. Incidentele uitgaven
4. Reservering

Wat is het doel van een begroting?

1. Een begroting zorgt ervoor dat je genoeg geld uitgeeft.
2. Een begroting dient als bewijs voor de belastingdienst
3. Een begroting geeft je inzicht in je toekomstige inkomsten en uitgaven.
4. Een begroting is een goede oefening in hoofdrekenen.

Een begroting is een overzicht van de inkomsten en uitgaven van de vorige periode.

1. Juist
2. Onjuist

37,50

37,50

Terkot                  € 1,50

Overschot           € 1,50

Hoe bereken je een bedrag per maand om naar een bedrag per week?

Geef uit je hoofd het juiste antwoord:
80 euro per maand is:

1. meer dan 20 euro per week
2. minder dan 20 euro per week
3. precies 20 euro per week

Geld opzijleggen voor bepaalde uitgaven.

1. inkomen
2. budget
3. schadeverzekering
4. reserveren

Je wil een nieuwe fiets van €300 kopen. Je hebt al €60 gespaard. Hoeveel moet je per maand reserveren om de fiets over 8 maanden te kunnen kopen?

Je tel abonnement kost €19,50 per maand. Hoeveel is dat per week?

Op de begroting van Richard staat dat hij €26,- zakgeld per maand heeft. Bereken hoeveel dat per week is.

1. €6,-
2. €6,25
3. €6,50
4. €6,75

Je laat elke dag de hond van de buren uit. Daarvoor krijg je €7,50 per week. Hoeveel is dat per maand?

1. €30,-
2. €32,50
3. €35,-
4. €37,50

incidentele uitgaven

vaste uitgaven