Vocabulaire

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Cours de Français 

Par: Mme. Ait Ouaba

Le but du cours

-Vocabulaire oefenen

- Regelmatige werkwoorden op -er

-Prononciation/Uitspraak

Welk woord hoort niet tussen dit rijtje?

1. Le père
2. la mère
3. la tante
4. la pizza

Welk woord hoort niet tussen dit rijtje?

1. Lundi
2. Jeudi
3. Salut!
4. Samedi

Welk woord hoort niet tussen dit rijtje?

1. Au revoir!
2. Le chien
3. Le chat
4. Le lapin

Welk woord hoort niet tussen dit rijtje?

1. Parler
2. La boulangerie
3. Demander
4. Regarder

Welk woord hoort niet tussen dit rijtje?

1. Le croissant
2. Le pain au chocolat
3. La baguette
4. La tomate

Regelmatige werkwoorden -er

Voorbeeld:  Demander  = Vragen

Hele werkwoord - er = Stam

Demand- = Stam

Demander

Je demande

Tu demandes

Il/Elle/On demande

Nous demandons

Vous demandez

Ils/Elles demandent

Opdracht

- Zoek in de woordenlijst van Chapitre 1 en 2 de werkwoorden op die op -er eindigen. Noteer ze in je schrift.

- Vervoeg twee werkwoorden die op -er eindigen op dezelfde manier zoals demander.

Prononciation/ Uitspraak

Na de q schrijf je in het Frans altijd een u, maar die hoor je niet. je hoort alleen k.

Voorbeeld: Qu'est-ce que

         Quand

                 Parce que

Opdracht

Tu as quel âge?

Quel est ton numéro de téléphone?

Qu'est-ce que c'est?

Qui?

Quoi?

Quand?

Quatre/ Quatorze/ Quinze

Overige

C'est

Six/Dix

Je ne comprends pas

Au revoir