Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
2B Oefenvragen erfelijkheid
Slide 1 - Diapositive
Erf je eigenschappen van je ouders?
A
ja
B
nee
Slide 2 - Quiz
Bevatten alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie?
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quiz
Bevat de zaadcel het complete genotype van een mens?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
Karim heeft bruine ogen. In het genenpaar zitten een gen voor blauwe ogen en een gen voor bruine ogen.
Hoe heet de stof die erfelijke informatie voor oogkleur bevat?
A
DNA
B
chromosoom
C
gen
D
eicel
Slide 5 - Quiz
Karim heeft bruine ogen. In het genenpaar zitten een gen voor blauwe ogen en een gen voor bruine ogen.
Welke genen voor oogkleur kunnen voorkomen in de zaadcellen van Karim?
A
alleen genen voor blauwe ogen
B
alleen genen voor bruine ogen
C
zowel genen voor blauwe als voor bruine ogen
Slide 6 - Quiz
Een tam konijn krijgt een aantal jongen. Deze jongen worden verkocht aan verschillende gezinnen. De jongen groeien dus op bij verschillende gezinnen. Na twee jaar zijn niet alle konijnen even groot. Waarin verschillen deze konijnen?
A
fenotype
B
genotype
Slide 7 - Quiz
Bevat de zaadcel het complete genotype van een mens?
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
Bij sommige baby’s die geboren zijn met donker haar, wordt het haar vaak na enkele maanden lichter. De haarkleur vlak na de geboorte wordt beïnvloed door hormonen die de baby van de moeder krijgt. Na een tijdje verdwijnen die hormonen uit het bloed van de baby. In de puberteit maakt het kind deze hormonen zelf aan, waardoor het haar weer donkerder kan worden. Verandert het fenotype voor haarkleur door de werking van deze stoffen? Leg je antwoord uit.
Slide 9 - Question ouverte
Karim heeft bruine ogen. In het genenpaar zitten een gen voor blauwe ogen en een gen voor bruine ogen.
Kan Karim kinderen krijgen met blauwe ogen? Leg je antwoord uit.
Slide 10 - Question ouverte
Een tam konijn krijgt een aantal jongen. Deze jongen worden verkocht aan verschillende gezinnen. De jongen groeien dus op bij verschillende gezinnen. Na twee jaar zijn niet alle konijnen even groot.
Waarom zal het verschil in grootte niet ontstaan zijn door een mutatie?
Slide 11 - Question ouverte
De celkernen van een chimpansee bevatten 48 chromosomen.
Hoeveel chromosomen krijgt een chimpansee van zijn vader?
Slide 12 - Question ouverte
De celkernen van een egel bevatten ook 48 chromosomen.
Is het genotype van een egel gelijk aan dat van een chimpansee?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quiz
Didier en Foeke geven een presentatie over hun onderzoek naar de ziekte kanker. Ze vertellen onder andere over uitzaaiingen. Wat is een uitzaaiing?
Slide 14 - Question ouverte
Bij sommige baby’s die geboren zijn met donker haar, wordt het haar vaak na enkele maanden lichter. De haarkleur vlak na de geboorte wordt beïnvloed door hormonen die de baby van de moeder krijgt. Na een tijdje verdwijnen die hormonen uit het bloed van de baby. In de puberteit maakt het kind deze hormonen zelf aan, waardoor het haar weer donkerder kan worden.
Is de verkleuring van het haar het gevolg van een mutatie? Leg je antwoord uit.
Slide 15 - Question ouverte
De celkernen van een chimpansee bevatten 48 chromosomen.
Welke twee oorzaken zorgen voor variatie in genotypen bij chimpansees?