2MH - voorbereiding toets chapitre 1

Hoe vond je deze les?
1 / 35
suivant
Slide 1: Question ouverte
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoe vond je deze les?

Slide 1 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het gevraagde bezittelijk voornaamwoord in:
C'est ____ (jouw) amie française.

Slide 2 - Question ouverte

Waar moet je op letten als het gaat om klinkerbotsingen met bezittelijke voornaamwoorden?

Slide 3 - Question ouverte

Het voltooid deelwoord (gedaan/gemaakt) van faire (doen/maken) is ...

Slide 4 - Question ouverte

Préparation PW 1
  • Ik ken voca + zinnen van bron ABEF
  • Ik kan de passé composé gebruiken
  • Ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Slide 5 - Diapositive

VOCA ABEF
Pak je woordenlijst voor je (p. 50-51) !

Slide 6 - Diapositive

Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 7 - Carte mentale

landen en talen

Slide 8 - Carte mentale

activiteiten

Slide 9 - Carte mentale

weer

Slide 10 - Carte mentale

tijden en seizoenen

Slide 11 - Carte mentale

plaatsen

Slide 12 - Carte mentale

Schrijf een kort bericht in het Frans, waarin:
- Je vraagt wat de ander in de zomer heeft gedaan
Enn of deze een goede vakantie heeft gehad.
- Je vertelt dat je in België bent geweest, dat je daar Frans hebt gesproken en dat je hebt gekampeerd en Brussel hebt bezocht.

Slide 13 - Question ouverte

Passé composé
Hoe moet het ook alweer?

Slide 14 - Diapositive

Een passé composé is bijvoorbeeld:
j'ai parlé
Uit welke onderdelen bestaat een passé composé?

Slide 15 - Question ouverte

avoir
=
hebben
Avoir: il,elle,on
Avoir: nous
Avoir: vous
Avoir: ils,elles
Avoir: tu
Avoir: j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 16 - Question de remorquage

Je weet nu weer hoe je avoir vervoegt.
Hoe maak je in het Frans een voltooid deelwoord van een werkwoord op -er, zoals "donner"?

Slide 17 - Question ouverte

Het voltooid deelwoord (geweest) van être (zijn) is ...

Slide 18 - Question ouverte

Het voltooid deelwoord (gehad) van avoir (hebben) is ...

Slide 19 - Question ouverte

Vul de passé composé van het gevraagde werkwoord in:
Nous ______ ______ (parler)

Slide 20 - Question ouverte

Vul de passé composé van het gevraagde werkwoord in:
Tu ______ ______ (faire) du ski ?

Slide 21 - Question ouverte

Vul de passé composé van het gevraagde werkwoord in:
Les profs ______ ______ (être)

Slide 22 - Question ouverte

Vul de passé composé van het gevraagde werkwoord in:
Daniel ______ ______ (avoir)

Slide 23 - Question ouverte

Bezittelijk voornaamwoord
Hoe werkt het ook alweer?

Slide 24 - Diapositive

Mnl.ev.
Vrl.ev.
Mv.
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Bezittelijk voornaamwoord
Ma
Mon
Mes
Ton
Ta
Tes
Son
Sa
Ses

Slide 25 - Question de remorquage

Sleep de bezittelijk voornaamwoorden naar de juiste vertaling
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 26 - Question de remorquage

Wat is er bijzonder aan de Franse vertaling voor de woordjes zijn en haar?

Slide 27 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het gevraagde bezittelijk voornaamwoord in:
C'est ____ (mijn) table noire.

Slide 28 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het gevraagde bezittelijk voornaamwoord in:
C'est ____ (zijn) femme italienne.

Slide 29 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het gevraagde bezittelijk voornaamwoord in:
Ce sont ____ (jullie) profs.

Slide 30 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het gevraagde bezittelijk voornaamwoord in:
Ce sont ____ (hun) chaussures.

Slide 31 - Question ouverte

Ben je op deze punten verder?
  • Ik ken voca + zinnen van bron ABEF
  • Ik kan de passé composé gebruiken
  • Ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Slide 32 - Diapositive

Was dit een goede voorbereiding op het proefwerk?
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 34 - Question ouverte

Bonne chance met leren !

Slide 35 - Diapositive