Hoofdletters en leestekens

Hoofdletters en leestekens
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdletters en leestekens

Slide 1 - Diapositive

Tekst

hallo allemaal welkom bij het onderdeel spelling hoofdletters en leestekens je leert wanneer je een hoofdletter moet plaatsen en wanneer je leestekens moet gebruiken zoals je ziet mist dit hele stuk hoofdletters en punten wat vind jij daarvan leest het makkelijk of leest het juist moeilijk leestekens en
hoofdletters zijn er voor om teksten makkelijker te kunnen lezen dus hoe het hier staat is natuurlijk helemaal fout maar hoe moet het dan wel wanneer plaats je een hoofdletter


Slide 2 - Diapositive

Tekst

Hallo allemaal. Welkom bij het onderdeel spelling, hoofdletters en leestekens. Je leert wanneer je een hoofdletter moet plaatsen en wanneer je leestekens moet gebruiken. Zoals je ziet mist dit hele stuk hoofdletters en punten. Wat vind jij daarvan? Leest het makkelijk of leest het juist moeilijk? Leestekens en
hoofdletters zijn er voor om teksten makkelijker te kunnen lezen. Dus hoe het hier staat is natuurlijk helemaal fout, maar hoe moet het dan wel?


Slide 3 - Diapositive

HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS


Maken een tekst duidelijker en beter te lezen.


De lezer kan de tekst zo ook veel beter begrijpen.

Slide 4 - Diapositive

Wat is goed geschreven?
A
't is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
C
't Is niks voor mij.
D
'T Is niks voor mij.

Slide 5 - Quiz

Waar moeten de hoofdletters? Typ:
marco van der veen

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

morgen begint de kermis

Slide 7 - Question ouverte

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
Levi wil je die bak met potloden aangeven

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben

Slide 9 - Question ouverte

Juist of onjuist:
Mees riep: Kijk uit voor die fietser!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Theorie nogmaals doornemen?
Licentie hoofdstuk 5
Maak de bijbehorende opdrachten

Slide 12 - Diapositive