Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Carte mentale
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
ALCOHOL
Slide 4 - Diapositive
Wat weet jij van alcohol?
Test hier je kennis.
Slide 5 - Diapositive
Waarom moeten mensen zo vaak naar de wc als ze alcohol drinken?
A
Ze krijgen door het drinken veel meer vocht binnen dan normaal en daarom moeten ze vaker plassen.
B
Alcohol onderdrukt de productie van een hormoon dat er normaal voor zorgt dat je nieren water uit je plas terughalen voordat het je lichaam verlaat.
C
Alcohol bevat bacteriën die je blaas irriteren als je het hebt genuttigd.
Slide 6 - Quiz
Welk orgaan neemt het meeste alcohol op?
A
De slokdarm
B
De maag
C
De lever
D
De dunne darm
Slide 7 - Quiz
Waarmee kun je het afbraakproces van alcohol versnellen?
A
Door intensief te bewegen.
B
Door fruit te eten.
C
Door koffie te drinken.
D
Je kan het afbraakproces niet versnellen.
Slide 8 - Quiz
Waar of niet waar? Vrouwen doen gemiddeld langer over de afbraak van alcohol dan mannen, omdat ze meer lichaamsvet hebben. Alcohol lost goed op in vet, waardoor de lever het moeilijker kan afbreken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Mag je als je teveel gedronken hebt, nog fietsen?
A
Nee, je mag geen voertuig besturen onder invloed, dus ook geen fiets.
B
Ja, want je vormt niet echt een gevaar voor andere mensen.
C
In sommige gemeenten mag dat wel, in sommige niet.
Slide 10 - Quiz
Waarom is het toegestane alcoholpromillage achter het stuur niet nul?
A
Omdat je lichaam af en toe zelf alcohol produceert bijv. bij het verteren van fruit of zoetigheid.
B
Omdat het drinken van één biertje of wijntje niet gevaarlijk is.
C
De foutmarge van de blaastest ligt tussen de 0,01 tot 0,05. Daarom ligt het toegestande alcoholniveau wat hoger.
Slide 11 - Quiz
Bekijk de afbeelding. In welk standaardglas zit de meeste alcohol?
A
In het wijn-glas.
B
In het bier-glas.
C
In het wiskey-glas.
D
In ieder standaardglas zit evenveel alcohol.
Slide 12 - Quiz
Waarom kunnen de meeste mensen niet meer uit hun woorden komen als ze dronken zijn?
A
Van alcohol worden je lippen dikker.
B
Het is voor je hersenen niet meer mogelijk om normale woorden te vormen.
C
Alcohol zorgt ervoor dat de tong niet goed aangestuurd wordt.
Slide 13 - Quiz
ALCOHOL
Slide 14 - Diapositive
De meeste jongeren komen pas op de middelbare school in aanraking met alcohol. Hoe zit dat met jou? Heb jij wel eens alcohol gedronken?
Ja
Nee
Slide 15 - Sondage
Slide 16 - Vidéo
Welke invloed heeft alcohol op je hersenen?
A
verdovend;
alcohol laat je hersenen langzamer werken.
B
simulerend;
alcohol laat je hersenen sneller werken.
C
bewustzijnsveranderend;
alcohol laat je hersenen anders werken.