H3P2

3.2
Het christendom wordt belangrijker
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3.2
Het christendom wordt belangrijker

Slide 1 - Diapositive

Bekeren tot het christendom

Slide 2 - Diapositive

Bekeren tot het christendom
Rond 500 geloofden mensen in  Nederland en Duitsland in Germaanse goden, zoals Donar en Freya, 

Slide 3 - Diapositive


Welke dagen van de week zijn naar Germaanse goden genoemd? Noem de naam van de god en van de weekdag.
timer
0:45

Slide 4 - Question ouverte

Dat waren natuurgoden.


Slide 5 - Diapositive


Tot nu toe hebben we een aantal volkeren behandeld. Welke volkeren hadden net als de Germanen een natuurgodsdienst? Je moet er drie kunnen noemen.
timer
0:45

Slide 6 - Question ouverte

Dat waren natuurgoden.

Ook stenen, heilige bomen en waterbronnen werden vereerd.


Slide 7 - Diapositive

Dat waren natuurgoden.

Ook stenen, heilige bomen en waterbronnen werden vereerd.

Christenen vonden dit verkeerd en wilden deze mensen bekeren.

Slide 8 - Diapositive

Wat bedoelen we met 'mensen bekeren'?
timer
0:20

Slide 9 - Question ouverte

In de 7e en 8e eeuw stichtten monniken, zoals Bonifatius en Willibrord, hier kloosters. 



 



Slide 10 - Diapositive

Monniken probeerden de mensen tot het christelijke geloof te bekeren.

De mensen die dat deden, heten missionarissen. 

Slide 11 - Diapositive

De missionarissen kregen hulp en bescherming van koningen.



Slide 12 - Diapositive

Op welke manier hielpen koningen de missionarissen met het bekeren van de heidenen?
timer
0:20

Slide 13 - Question ouverte

De missionarissen kregen hulp en bescherming van koningen.

Veel Germanen bleven in natuurgoden en natuurkrachten geloven.


Slide 14 - Diapositive

De missionarissen kregen hulp en bescherming van koningen.

Veel Germanen bleven in natuurgoden en natuurkrachten geloven.

Daarom koppelde de kerk het geloof aan heidense feesten en gebruiken.

Slide 15 - Diapositive

Let op!
Je moet weten wat de Germanen geloofden.
Je moet kunnen uitleggen hoe de christenen de Germanen probeerden te bekeren.

Begrippen: 
heiden
monnik
klooster
missionaris



Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Noem twee Germaanse goden.
timer
0:30

Slide 18 - Question ouverte

De Germanen geloofden dus in
meerdere goden.
Hoe noemen we dat ook alweer?
timer
0:30

Slide 19 - Question ouverte

Wat vereerden de Germanen
ook nog, behalve de goden?
timer
0:45

Slide 20 - Question ouverte


Hoe heetten de mensen die vanuit kloosters probeerden de Germanen te bekeren?
timer
0:30

Slide 21 - Question ouverte

Invloed op dagelijks leven
Het christelijke geloof werd steeds belangrijker.



Slide 22 - Diapositive

Invloed op dagelijks leven
Het christelijke geloof werd steeds belangrijker.

Elk dorp had een kerk en een priester.




Slide 23 - Diapositive

Wanneer je volgens de regels van de kerk leefde, zou je in de hemel komen.





Slide 24 - Diapositive

Wanneer je volgens de regels van de kerk leefde, zou je in de hemel komen.




Als je slecht leefde, kwam je in de hel. 

Slide 25 - Diapositive

Alleen priesters hadden  contact met God. 


Slide 26 - Diapositive

Alleen priesters hadden  contact met God. 

Ze waren ook de enigen die konden lezen en schrijven. 









Slide 27 - Diapositive

Alleen priesters hadden  contact met God. 

Ze waren ook de enigen die konden lezen en schrijven. 






Zij konden dus lezen wat in de Bijbel stond.


Slide 28 - Diapositive


Priesters waren de enigen die in contact stonden met god én de Bijbel konden lezen. Waarom gaf hun dit veel macht?
timer
1:00

Slide 29 - Question ouverte

Een standensamenleving

Slide 30 - Diapositive

Een standensamenleving
In de middeleeuwen was de bevolking verdeeld in standen.



Slide 31 - Diapositive

Een standensamenleving
In de middeleeuwen was de bevolking verdeeld in standen.

Iedere stand had zijn eigen taak.

 



Slide 32 - Diapositive

Een standensamenleving
In de middeleeuwen was de bevolking verdeeld in standen.

Iedere stand had zijn eigen taak.

Er waren drie standen.

 



Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Welke drie standen waren er?
timer
0:30

Slide 35 - Question ouverte

De eerste stand was de geestelijkheid. 



Slide 36 - Diapositive

De eerste stand was de geestelijkheid. 

Dit waren de priesters. De paus was de hoogste geestelijke.






Slide 37 - Diapositive

De eerste stand was de geestelijkheid. 

Dit waren de priesters. De paus was de hoogste geestelijke.



Hun taak was: bidden voor de mensen



Slide 38 - Diapositive

De tweede stand waren de adel.


Slide 39 - Diapositive

De tweede stand waren de adel.

Zij waren gespecialiseerd in oorlogvoering.








Hun taak was: mensen beschermen.



Slide 40 - Diapositive

De tweede stand waren de adel.

Zij waren gespecialiseerd in oorlogvoering. Bijvoorbeeld een ridder. 





Hun taak was: mensen beschermen.
 



Hun taak was: mensen beschermen.



Slide 41 - Diapositive

De derde stand waren de boeren.


Slide 42 - Diapositive

De derde stand waren de boeren.

Hun taak was: zorgen voor het voedsel.










Slide 43 - Diapositive

De derde stand waren de boeren.

Hun taak was: zorgen voor het voedsel.





De derde stand was met de meeste mensen, maar had het minste aanzien.




Slide 44 - Diapositive

Let op!
Je moet kunnen uitleggen dat mensen in de Middeleeuwen goed naar de priesters luisterden en waarom ze dat deden.
Je moet de standensamenleving kunnen uitleggen. Je moet alle standen noemen en hun taak omschrijven.
begrippen:
stand
geestelijke
paus
adel
ridder

Slide 45 - Diapositive

Maken
t/m 
vraag

Slide 46 - Diapositive