De wereld van de paddenstoel

De wereld van de paddenstoel
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De wereld van de paddenstoel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kunt u de oorsprong van de naam paddenstoel uitleggen
  • Aan het einde van de les kunt u het verschil tussen planten en paddenstoelen verklaren
  • Aan het einde van de les begrijpt u hoe paddenstoelen groeien en zich voortplanten
  • Aan het einde van de les kunt u het belang van paddenstoelen in de natuur uitleggen
  • Aan het einde van de les kunt u de verschillende soorten paddenstoelen en hun kenmerken identificeren
  • Aan het einde van de les begrijpt u de invloed van de omgeving op paddenstoelen en hun beschermingsstatus in Nederland

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over paddenstoelen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorsprong en betekenis van de naam paddenstoel
  • Paddenstoelen zijn eigenlijk schimmels, geen planten
  • De naam 'paddenstoel' komt van het idee dat padden erop zouden zitten
  • Zwammen zijn de organismen waar paddenstoelen deel van uitmaken

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verscheidenheid en kenmerken van paddenstoelen
  • Nederland heeft ongeveer 8000 soorten paddenstoelen
  • De meeste soorten zijn onbekend
  • Paddenstoelen hebben verschillende vormen zoals plaatjeszwammen, buisjeszwammen en buikzwammen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het leven van een paddenstoel: groei, voortplanting en voeding
  • Paddenstoelen groeien uit schimmeldraden en vruchten
  • Ze planten zich voort via sporen, verspreid door wind, regen of aanraking
  • Paddenstoelen dienen als voedsel voor andere dieren en breken afval af

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rol van paddenstoelen in de natuur
  • Paddenstoelen breken afval af
  • Ze dienen als voedsel voor andere dieren
  • Ze spelen een belangrijke rol in de natuurlijke kringloop

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten paddenstoelen: plaatjeszwammen, buisjeszwammen, buikzwammen
  • Plaatjeszwammen hebben plaatjes onder hun hoed
  • Buisjeszwammen hebben buisjes onder hun hoed
  • Buikzwammen hebben een bolvormige structuur

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Relatie tussen paddenstoelen en hun omgeving, inclusief bedreigingen en bescherming
  • Paddenstoelen zijn gevoelig voor vervuiling en habitatverlies
  • Ze hebben een symbiotische relatie met andere organismen
  • Sommige paddenstoelen zijn parasieten
  • In Nederland worden paddenstoelen beschermd en zijn er bedreigde soorten

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Definitielijst
  • Paddenstoel: een vruchtlichaam van een schimmel, geen plant
  • Zwam: Het geheel van schimmeldraden en de vrucht van een paddenstoel
  • Sporen: kleine deeltjes waarmee paddenstoelen zich voortplanten
  • Plaatjeszwammen, buisjeszwammen, buikzwammen: verschillende soorten paddenstoelen met unieke kenmerken en manieren om sporen te verspreiden
  • Symbiose: een interactie tussen twee organismen waarbij beide voordeel hebben
  • Parasieten: organismen die voedingsstoffen van hun gastheer gebruiken zonder er iets voor terug te geven

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.