3.3 Geloven en weten

3.3 Geloven en weten
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.3 Geloven en weten

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Herhaling van 3.1 en 3.2
  • Leerdoelen
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Herhaling
Paragraaf 3.1 en 3.2
  • korte  vragen

Slide 3 - Diapositive

Wat is het Griekse woord voor stadstaat?
A
Akropolis
B
Athene
C
Parthenon
D
Polis

Slide 4 - Quiz

Een Griekse stadstaat is zelfstandig wanneer ze hun eigen ... en eigen ... hebben (2 dingen)

Slide 5 - Question ouverte

Waarom gingen de Grieken nieuwe kolonies veroveren?
A
Ze wilden sterker zijn dan andere volken
B
Ze wilden een zo groot mogelijk rijk maken
C
Ze hadden meer landbouwgrond nodig
D
Ze vonden de Middelandse zee mooi

Slide 6 - Quiz

Noem de vier sociale groepen in Athene

Slide 7 - Question ouverte

Noem 3 kenmerken van de eerste sociale groep in Athene

Slide 8 - Question ouverte

Grieken gaan muntgeld gebruiken
A
Verandering
B
Continuiteit

Slide 9 - Quiz

Noem een verschil tussen een aristocratie en een tirannie

Slide 10 - Question ouverte

Noem een overeenkomst tussen een monarchie en een tirannie

Slide 11 - Question ouverte

Welke sociale groep had de meeste rechten in Athene?
A
De slaven
B
De vrije mannen
C
De vrouwen
D
De migranten

Slide 12 - Quiz

Wat zie je op deze bron?
A
Een monarchie
B
Een kolonie
C
De agora
D
Een stadstaat

Slide 13 - Quiz

Onafhankelijk
Tiran

Democratie

Aristocratie

De Grieken bestuurden en beslisten over zichzelf
Een regering met een groep aanzienlijke mensen
Het systeem waarbij het volk (deel) beslist
Iemand, die op een onwettige manier de alleenheerschappij krijgt

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is het verschil tussen een directe en een indirectie democratie? En welke vorm had de Griekse wereld? En welke vorm heeft NL?

Slide 15 - Question ouverte

3.3 Geloven en weten
In deze paragraaf leer je ...
  • Hoe belangrijk goden waren in het leven van de Grieken
  • Welke culturele eenheid er was onder de Grieken
  • Hoe de Griekse wetenschappers gingen denken en onderzoeken

Slide 16 - Diapositive

Goden en mensen
De Grieken hadden een polytheistische godsdienst. 
-> Geloof in meerdere goden. 

  • Voor elk (natuurs)verschijnsel was er een god
  • Poseidon --> God van de zee
  • Aphrodite --> Godin van de liefde 

Slide 17 - Diapositive

Goden en mensen
In de Griekse mythen (goden verhalen) lijken goden op mensen met eigen karakters en tekortkomingen. 

Om goden te eren werden er tempels gebouwd en sportwedstrijden gehouden. In de tempels staat een altaar: een speciale offersteen. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Culturele eenheid
  • Taal/schrift
  • Goden
  • Mythen: verhalen over goden
  • Legenden: wonderlijk verhaal, vaak over een held
  • Sagen: heldenverhaal

Slide 20 - Diapositive

Onderzoekers en denkers
Door logisch nadenken en onderzoek te doen proberen de Grieken natuursverschijnselen te verklaren. 

  • De Grieken noemen deze wetenschappers filosofen, mensen die streven naar wijsheden. 
  • Filosofie: alle wetenschappen in de tijd van de Grieken

Slide 21 - Diapositive

Stukje bouwkunst en beeldhouwkunst


Tempels en beelden (van goden/mensen)

Slide 22 - Diapositive