Spelling - volt. dw

Fictie
Lezen in je leesboek voor het fictiedossier
timer
10:00
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Fictie
Lezen in je leesboek voor het fictiedossier
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning

10 min - uitleg + aantekeningen bij volt. dw
15 min -aan de slag
5 min - afsluiting 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
je leert:
  • hoe je een voltooid deelwoord herkent
  • hoe je een voltooid deelwoord schrijft
  • welke werkwoorden er altijd in de zin staan

Slide 3 - Diapositive

Aantekeningen: voltooid deelwoord (volt. dw)
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
   (voltooid).
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van hebben ,zijn of  worden.
- Het voltooid deelwoord staat vaak aan het eind van een zin.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- ,ver-.

Slide 4 - Diapositive

t ex kofschip

Slide 5 - Diapositive

Aan de slag
Wat: maken opdr. 32 + 33 + 34 + 36 + 38(blz. 23)
Hoe: Zelfstandig of in tweetallen
Hulp: buurman/buurvrouw of mevrouw Rondhuis
Tijd: 15 min

Klaar? Laat het controleren bij mevr. Rondhuis
              Lezen in je leesboek

timer
15:00

Slide 6 - Diapositive

Welke 3 werkwoorden staan altijd in de zin bij het volt. dw.

Slide 7 - Question ouverte

Is het goed geschreven?

Het is gisteren gebeurt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Een voltooid deelwoord:
A
is sowieso verleden tijd
B
dan is de pv altijd een vorm van 'zijn, worden of hebben'
C
antwoord A, B en D
D
kan eindigen op een 't', een 'd' en 'en'

Slide 9 - Quiz

Wat is een voltooid deelwoord?
A
heel werkwoord
B
persoonsvorm
C
ge-be-her-ver-ont woorden
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 10 - Quiz

Een voltooid deelwoord ...
A
staat altijd aan het begin van een zin
B
staat vaak in het midden van een zin
C
staat meestal aan het eind van een zin

Slide 11 - Quiz

Afsluiting
Volgende les:
Aan de slag met NN! 

Neem een apart schrift voor Nederlands mee. 

Slide 12 - Diapositive