De wolf van Eibergen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

De wolf van Eibergen

Hoe heet de hoofdpersoon in het verhaal?

In welke maand speelt het verhaal zich af?

1. juni
2. dat is niet duidelijk
3. december
4. maart

Waar gebruikte Jacco zijn
gevonden voorwerp het eerst voor?

1. een proefwerk
2. een game
3. een debat
4. een voetbalwedstrijd

Wat heeft Jacco opgegraven?

Jacco

Welk woord van de onderstaande woorden hoort niet bij het verhaal en waarom niet? Antwoord in maximaal 20 woorden en denk aan het gebruik van signaalwoorden.
geur - volk - oudheid - geschiedenis - gouden munt - school

Wat betekent
fictie

1. verzonnen
2. geschiedenis
3. echt gebeurd
4. nieuwsbericht

Wat betekent het woord
autobiografie

1. een boek over auto's
2. een boek over een persoon, geen fictie
3. een zelfgeschreven boek over jezelf
4. een boek over een persoon, fictie

tegenstelling

tijdsvolgorde

voorwaarde

opsomming

mits

maar

en

terwijl

ook

voordat

als (dan)

echter

toch

eerst

ten eerste

Mijn vader en moeder (reizen) gisteren naar Utrecht met de trein.

1. rezen
2. reiste
3. reisden
4. reisde

Vul het juiste werkwoord in
Mijn zus (worden) morgen 16.

Ik (worden) morgen 15 en hoe oud (worden) jij?

Het vliegtuig (landen) als het goed is over een kwartier.

1. land
2. landt
3. landde
4. landte