Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
BS 4: Hersenen
Slide 1 - Diapositive
Lesverloop
Terugkoppelingsvragen
Uitleg
Kennisvragen
werken in je boekje
Slide 2 - Diapositive
Kennisvragen 10.1 10.2 10.3
Slide 3 - Diapositive
Het ruggenmerg verbindt veel zenuwen met de hersenen. Hoe wordt het ruggenmerg beschermd?
A
door je schedel
B
door je wervels
Slide 4 - Quiz
De afbeelding is een doorsnede van de ruggenmerg. De ruggenmerg hoort bij het...
A
Centrale zenuwstelsel
B
De hersenen
C
De zenuwen
Slide 5 - Quiz
Het ruggenmerg vervoert ...
A
Prikkels
B
Impulsen
Slide 6 - Quiz
In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen. in het ruggenmerg vind je vooral:
A
gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen
B
schakelcellen en bewegingszenuwcellen
C
schakelcellen en gevoelszenuwencellen
Slide 7 - Quiz
Ongeluk: gevoel in de benen wel aanwezig, spieren niet kunnen bewegen. Welke zenuwcellen aangetast?
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel
Slide 8 - Quiz
In afbeelding hiernaast zie je een doorsnede van het ruggenmerg.
Bij wel cijfer komt een impuls die ontstaat in de huid van de rechterarm aan bij het ruggenmerg?
A
Bij punt 1
B
Bij punt 2
C
Bij punt 3
D
Bij punt 4
Slide 9 - Quiz
instructie 10.4
zinnen met een vakje eromheen is aantekening
Slide 10 - Diapositive
Grote hersenen
bewustwording
verschillende hersencentra elk voor eigen zintuig.
verwerkte informatie wordt opgeslagen in je geheugen
Slide 11 - Diapositive
De hersenen
Vooral de grote hersenen zijn sterk geplooid.
Linker VS rechterhelft
In de hersenschors (het buitenste gedeelte) van de grote en de kleine hersenen ligt de grijze stof . Hierin liggen de cellichamen van de schakelcellen van de hersenen.
In het binnenste gedeelte ligt de witte stof. Hierin liggen de uitlopers van schakelcellen.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Diapositive
Kleine hersenen
coördinatie
evenwicht bewaren
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
hersenstam
onbewuste levensprocessen
regelt reflexen
Slide 17 - Diapositive
Stoffen die je hersenen beïnvloeden:
Alcohol
Drugs
Medicijnen
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Medicijnen
Waarnemingsvermogen
Reactievermogen
Slide 20 - Diapositive
Alcohol
Verdoven van de hersenen
Uitschakelen van denken
Waarnemingsvermogen neemt af
Alcohol vergif, per 1.5 uur breekt je lever 1 glas af
Slide 21 - Diapositive
Alcohol
Na het drinken van alcohol komt dit via het bloed in je hersenen.
Alcohol werkt verdovend.
Je hartslag en ademhaling gaan langzamer en je spieren ontspannen.
Ook je reactie en waarnemingsvermogen nemen af.
Alcohol beïnvloed ook je humeur en je gedrag. Je schaamt je minder en durft meer, sommige mensen worden ook agressief.
Slide 22 - Diapositive
Drugs
Verdovende middelen
downers
Slide 23 - Diapositive
Drugs
Stimulerende middelen
uppers
Slide 24 - Diapositive
Drugs
Bewustzijnsveranderende middelen
trippers
Slide 25 - Diapositive
Overdosis en verslaving
tolerantie
- Lichaam bouwt dit op als je vaker gebruikt
verslaving
geestelijke afhankelijkheid
lichamelijke afhankelijkheid
Slide 26 - Diapositive
Kennisvragen 10.4
Slide 27 - Diapositive
Wat is de functie van zenuwcellen?
A
Het doorgeven van signalen
B
Het produceren van hormonen
C
Het verteren van voedsel
D
Het reguleren van de bloeddruk
Slide 28 - Quiz
Welk deel van de hersenen reguleert de ademhaling en hartslag?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Hypothalamus
Slide 29 - Quiz
Wat is een gevoelszenuw?
A
Een zenuw die bewegingssignalen doorgeeft.
B
Een zenuw die signalen doorgeeft van zintuigen naar het zenuwstelsel.
C
Een zenuw die alleen in de hersenen voorkomt.
D
Een zenuw die schakeltussen verschillende zenuwen.
Slide 30 - Quiz
Met je hand bepalen of het water warm genoeg is of niet is
A
Via het ruggenmerg
B
Via de hersenen
Slide 31 - Quiz
Wat is een bewegingszenuw?
A
Een zenuw die gevoelssignalen doorgeeft.
B
Een zenuw die schakeltussen verschillende zenuwen.
C
Een zenuw die alleen in de hersenen voorkomt.
D
Een zenuw die signalen doorgeeft van het zenuwstelsel naar spieren of klieren.
Slide 32 - Quiz
Welk type zenuw geeft signalen door van de ene zenuw naar de andere?
A
Schakelzenuw
B
Gevoelszenuw
C
Bewegingszenuw
D
Centrale zenuw
Slide 33 - Quiz
Je hand aan de oven verbranden en terugtrekken gaat
A
Via het ruggenmerg
B
Via de hersenen
Slide 34 - Quiz
Welk type zenuwcellen vind je in de gemengde zenuwen?