Week 3 klas 2BDE

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Klas 2 - week 3

les 1: starten met H3 Grammatica woordsoorten-> het telwoord

les 2: werken in tio-spelt

les 3: H3 Grammatica afronden

We beginnen met een aantekening over het telwoord

Opdracht 1  (NN p. 90)

Maak nu opdracht 1, je hebt 10 minuten, daarna gaan we 

nakijken. Succes!

Tip: let op "wat":

-vragend vnw ("Wat doe je?")

-onbep. vnw ("Ik doe je wat!" -> iets)

-oht ("Ik heb hier wat koekjes" -> te vervangen 

door getal, "ik heb hier drie koekjes")

Antwoorden opdr. 1 (p. 90)

1. oht, oht

2. ort, brt

3. bht, bht

4. oht, brt

5. brt, bht, bht

6. ort, brt

7. brt, oht

8.ort, ort

Einde les 1

Controlemoment: Cn kiest vijf leerlingen die binnen 3 minuten een foto van hun aantekening + gemaakte opdracht sturen via teams (individuele chat) of magistermail.

Volgende les: tio-spelt

Tijd over? Begin vast aan opdr. 2 (p. 91),

 hier gaan we in les 3 mee verder OF werk 

in TIO-spelt (hier gaan we les 2 mee verder). 

Les 2: tio

Wijziging in de tio-planning (tio-opdracht voor cijfer, opdr. 5 -> van week 4 naar week 8):

2B: was 26 jan. wordt 23 februari

2D: was 29 jan. wordt 26 februari

2E: was 25 jan. wordt 1 maart

Les 2: tio

Tio-spelttoets 3:

2B: 26 jan.

2D: 29 jan.

2E: 25 jan.

Hoe is het met je taaktijd/bolletjes? Ga aan de slag!

Einde les 2

Volgende les: verder met woordsoorten H3

Les 3 

Start zelf met opdracht 2 op p. 91, je hebt 10 minuten. Succes!

Tip: niet in iedere zin zit een telwoord.

Eerder klaar? begin vast met opdr. 4 (p. 91)

Antwoorden opdr. 2 (p. 91)

2 1947 (bep.hoofdtelw).

3 verscheidene (onbep.hoofdtelw), zestien (bep.hoofdtelw).

4 1931 (bep.hoofdtelw) 

5  enkele (onbep.hoofdtelw) 

6 meerdere (onbep.hoofdtelw) 

7 Veel (onbep.hoofdtelw) 

8 Een (bep.hoofdtelw), eerste (bep.rangtelw),tien (bep.hoofdtelw) 

10 laatste (onbep.rangtelw), tienduizend (bep.hoofdtelw)

Opdr. 4 (p. 91)

Maak nu zelf opdr.4. Je hebt 10 minuten, daarna gaan we nakijken. Succes!

                             Let op: 

                             -zin 1 puft hoort bij uit

                              

-

Antwoorden opdr. 4 (p.91)

1. zekere=onbep.vnw

puft uit=zww

zijn=bez. vnw

zich=wkd vnw

2. moet=hww

hard=bw

werken=zww

weinig=oht

Antwoorden opdr. 4 (p.91)

3. sommige=oht

zijn=kww

rijk=bn

4. dit=aanw. vnw

wordt=hww

gehoord=zww

Sinbad=zn

het=blw

naburige=bn

Antwoorden opdr. 4 (p.91)

5. die=aanw.vnw

wat=vr.vnw

zelf=aanw.vnw

om=vz

vermogend=bn

6. elke=onbep.vnw

honderd=bht

gouden=bn

hem=pers.vnw

een=bht

Antwoorden opdr. 4 (p.91)

7. veel=oht

geld=znw

mijn=bez. vnw

het=pers vnw

aan=vz

8. daarom=bw

ik=pers vnw

Antwoorden opdr. 4 (p.91)

9. eerste=brt

de=blw

gered=zww

een=olw

mythisch= bnw

10. uit=vz

dankbaarheid=znw

mij=pers vnw

zulke=aanw. vnw

geschenken= znw

verkoop=znw

Einde les 3

Controlemoment: Cn kiest vijf leerlingen die binnen 3 minuten een foto van hun  gemaakte opdrachten sturen via teams (individuele chat) of magistermail.

Volgende week gaan we verder met het onderdeel spelling van H3 en is  tio-spelttoets 3!