H 3 grammatica - telwoorden

Klas 2

Starten met H3 Grammatica woordsoorten-> het telwoord

H3 Grammatica afronden
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Klas 2

Starten met H3 Grammatica woordsoorten-> het telwoord

H3 Grammatica afronden

Slide 1 - Diapositive

We beginnen met een aantekening over het telwoord

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 1  (p. 90)
Maak nu opdracht 1, je hebt tien minuten, daarna gaan we 
nakijken. Succes!

Tip: let op "wat":
-vragend vnw ("Wat doe je?")
-onbep. vnw ("Ik doe je wat!" -> iets)
-oht ("Ik heb hier wat koekjes" -> te vervangen 
door getal, "ik heb hier drie koekjes")
timer
10:00

Slide 6 - Diapositive

Antwoorden opdr. 1 (p. 90)
  • 1. oht, oht
  • 2. ort, brt
  • 3. bht, bht
  • 4. oht, brt
  • 5. brt, bht, bht
  • 6. ort, brt
  • 7. brt, oht
  • 8.ort, ort

Slide 7 - Diapositive

Controlemoment: AL kiest leerlingen die binnen drie minuten een foto van hun aantekening + gemaakte opdracht sturen via teams (individuele chat) of magistermail.



Tijd over? Begin vast aan opdr. 2 (p. 91),
 hier gaan we mee verder.

Slide 8 - Diapositive

Volgende les: verder met woordsoorten H3

Slide 9 - Diapositive

Start zelf met opdracht 2 op p. 91, je hebt 10 minuten. Succes!

Tip: niet in iedere zin zit een telwoord.

Eerder klaar? begin vast met opdr. 4 (p. 91)
timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

Antwoorden opdr. 2 (p. 91)
  • 2 1947 (bep.hoofdtelw).
  • 3 verscheidene (onbep.hoofdtelw), zestien (bep.hoofdtelw).
  • 4 1931 (bep.hoofdtelw) 
  • 5  enkele (onbep.hoofdtelw) 
  • 6 meerdere (onbep.hoofdtelw) 
  • 7 Veel (onbep.hoofdtelw) 
  • 8 Een (bep.hoofdtelw), eerste (bep.rangtelw),tien (bep.hoofdtelw) 
  • 10 laatste (onbep.rangtelw), tienduizend (bep.hoofdtelw)

Slide 11 - Diapositive

Opdr. 4 (p. 91)
Maak nu zelf opdr.4. Je hebt 10 minuten, daarna gaan we nakijken. Succes!
                             Let op: 
                             -zin 1 puft hoort bij uit
                              
-
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Antwoorden opdr. 4 (p.91)
  • 1. zekere=onbep.vnw
  • puft uit=zww
  • zijn=bez. vnw
  • zich=wkd vnw

  • 2. moet=hww
  • hard=bw
  • werken=zww
  • weinig=oht

Slide 13 - Diapositive

Antwoorden opdr. 4 (p.91)
  • 3. sommige=oht
  • zijn=kww
  • rijk=bn
  • 4. dit=aanw. vnw
  • wordt=hww
  • gehoord=zww
  • Sinbad=zn
  • het=blw
  • naburige=bn

Slide 14 - Diapositive

Antwoorden opdr. 4 (p.91)
  • 5. die=aanw.vnw
  • wat=vr.vnw
  • zelf=aanw.vnw
  • om=vz
  • vermogend=bn
  • 6. elke=onbep.vnw
  • honderd=bht
  • gouden=bn
  • hem=pers.vnw
  • een=bht

Slide 15 - Diapositive

Antwoorden opdr. 4 (p.91)
  • 7. veel=oht
  • geld=znw
  • mijn=bez. vnw
  • het=pers vnw
  • aan=vz
  • 8. daarom=bw
  • ik=pers vnw

Slide 16 - Diapositive

Antwoorden opdr. 4 (p.91)
  • 9. eerste=brt
  • de=blw
  • gered=zww
  • een=olw
  • mythisch=BN
  • 10. uit=vz
  • dankbaarheid=znw
  • mij=pers vnw
  • zulke=aanw. vnw
  • geschenken= znw
  • verkoop=znw

Slide 17 - Diapositive

Einde les 3
Controlemoment: AL kiest leerlingen die binnen drie minuten een foto van hun  gemaakte opdrachten sturen via teams (individuele chat) of magistermail.

Volgende keer gaan we verder met het onderdeel spelling van H3.

Slide 18 - Diapositive