PAST SIMPLE VS CONTINUOUS

PAST SIMPLE VS CONTINUOUS
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

PAST SIMPLE VS CONTINUOUS

Slide 1 - Diapositive

What does "past" mean ook alweer?

Slide 2 - Diapositive

Past is 'voorbij', oftewel, VT 

Slide 3 - Diapositive

What does 'simple' mean ook alweer?

Slide 4 - Diapositive

Simple is 'eenvoudig'
Dus Simple past is 'eenvoudige vt' 
Oftewel, de tweede vorm in vt.
Voorbeelden:
DID, SAW, SHOPPED, WENT, PAID, TOOK, PLAYED, WROTE



Slide 5 - Diapositive

What does 'continuous' mean again?

Slide 6 - Diapositive

Continuous betekent 'voortdurend'.
"Aan de gang, bezig"
In het Engels herken je continuous aan '-ing'.
-ING BETEKENT dan letterlijk "AAN HET".
Working = aan het werk(en).

Slide 7 - Diapositive

Continous -ing
Gaat altijd gepaard met een vorm van 'to be':
AM, IS, ARE, (tt) WAS, WERE (vt)
Dus; I am working - tt
She is writing - tt
We are leaving - tt
They were answering

We are going

Slide 8 - Diapositive

Bij verleden continuous gebruik je WAS/WERE
(PAST continuous) en was er iets aan de gang (of bezig) toen....
Bijvoorbeeld; 

I was cooking a meal when......
gevolgd door wat er gebeurde in de simple past:
Bijv. ... I saw a spider in the kitchen!

Slide 9 - Diapositive

Als formule zou het worden;
to be (vt) + ww-ing -->  vt (vorm 2)

Carl was dancing so well when the lamp fell over.
Or flip it around; 
The lamp fell over when Carl was dancing...

Slide 10 - Diapositive