Een superuitvinding deel 1

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Stop je telefoon in je tas of in je jas

      

Inhoud van de les

Inleiding

Voorkennis activeren

Instructie / Theorie

Aan de slag

Nabespreking

Exit ticket

Inleiding

Vandaag lezen we een tekst over een superuitvinding 

• leerdoelen
• voorkennis en introductie onderwerp
• herhaling begrijpend lezen
• instructie
  
• verwerking
• afsluiting
• evaluatie

Leerdoelen

Aan het einde van de les ...

- kan ik de gelezen tekst in eigen woorden opschrijven

- kan ik zinnen in de juiste volgorde zetten

- heb ik geoefend met samengestelde woorden en tegenstellingen

- kan ik de tekst samenvatten

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Waar gaat de tekst over , denk je?

Herhaling begrijpend lezen

Op de volgende slides staan vragen over hoe je aan de slag gaat met het lezen en begrijpen van de tekst. 

Wat staat er boven aan een tekst?

Hoe noem je een tekening of foto bij de tekst?

Een regel loopt van de ene kant van de tekst naar de andere en stopt daar.

1. waar
2. niet waar

Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.

1. waar
2. niet waar

Wat is het eerste wat je doet als je een tekst gaat lezen?

1. ik lees de inleiding
2. Ik lees de titel
3. Ik lees de hele tekst
4. Ik lees de titel, kijk naar de plaatjes en tussenkopjes

Hoe noem je de eerste alinea?

1. inleiding
2. tussenkopje
3. deelonderwerp
4. samenvatting

Wat doe je bij globaal lezen?

1. de hele tekst lezen
2. de titel, tussenkopjes en de eerste en laatste zin van elke alinea lezen

Een superuitvinding
Waar denk je dat de tekst over gaat?

Lees de onderstaande zinnen

De fiets is niet meer weg te denken uit het verkeer. Veel mensen hebben een eigen fiets.

Eigenlijk kun je de allereerste fiets nauwelijks een fiets noemen. Ze leken nog het meest op houten speelgoedpaarden met twee wielen.

Het meest geslaagde ontwerp was dat van de Engelsman James Starley. Hij bouwde in 1870 een fiets met een heel hoog voorwiel

Langzaam werden de fietsen steeds beter. De eerste fietsen waren van hout.

Wat denk je dat het doel is van deze tekst

1. aan het lachen maken
2. informeren
3. reclame maken
4. uitleggen

Instructie

• tekst lezen
• opschrijven in je eigen woorden waar de tekst over ging.
• vergelijken en aanvullen met je buurman/vrouw
• vragen maken 
• evaluatie

Aan de slag

Lees de tekst van een superuitvinding stil voor jezelf door.

Als je klaar bent, lees je het nog een keer.

Probeer goed te onthouden waar de tekst over gaat.

Eigen woorden

Schrijf nu op een blaadje (dat je hebt gekregen) in je eigen woorden op wat je allemaal nog hebt onthouden van wat je net hebt gelezen over de tekst een superuitvinding.

Overleg en vul aan

Pak een andere pen of potlood en vul aan  wat je nog niet hebt. 

Aan de slag

Maak nu het stencil ( opdracht 2 A, B en C) dat je hebt gekregen.

Als je klaar bent, ga je naar Numo- Nederlands- Lezen

Afsluiting

Op de volgende slides beantwoord je vragen over deze les.

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 

Klik op de spinner

Formatief evalueren

Schrijf drie dingen op die je van de tekst hebt geleerd

Wat vond je moeilijk?

Welk cijfer geef je jezelf ?

010

Welk cijfer geef je mij voor de les?

010

Wat zou/kan ik de volgende keer beter of anders doen?