Basisstof 2 Bestuiving

Voortplanting bij planten
Bestuiving
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voortplanting bij planten
Bestuiving

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Meeldraad en stamper zijn de .................... van de plant
A
Ademhalingsorganen
B
Voortplantingsorganen
C
Transportorganen
D
Verteringsorganen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De meeldraad is het ............... voortplantingsorgaan
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De stamper is het ............... voortplantingsorgaan
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen



  • Je kunt beschrijven wat bestuiving is
  • Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en windbloemen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nectar en stuifmeel
Veel bloemen bevatten nectar = een zoet sap dat insecten aantrekt. 
Bijen verzamelen dit en maken er honing van.

Ook zit er stuifmeel in de bloem. De bij zit onder het stuifmeel en neemt dit zo mee naar een andere bloem.


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestuiving
  • Bij het verzamelen van nectar raakt een bij bedekt met stuifmeel


  • De bij neemt het stuifmeel mee naar de volgende bloem (van dezelfde soort)

  • Het stuifmeel komt dan op de stamper (stempel) terecht


Slide 8 - Diapositive

Komt het stuifmeel op de stempel van een andere bloem terecht, dan is dit geen bestuiving

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestuiving

  • Bijen verzamelen nectar en maken er honing van voor hun jongen (larven)

  • Ook vlinders, kolibries en vleermuizen leven van nectar en dragen bij aan de bestuiving 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Insectenbloemen
Insectenbloemen = bloemen waarbij insecten zorgen voor bestuiving.
  • Grote, opvallend gekleurde kroonbladeren
  • Stuifmeel is ruw en kleverig zodat het goed blijft plakken
  • Maken weinig stuifmeel

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Windbloemen
Windbloemen = wind zorgt voor bestuiving
  • De wind waait het stuifmeel weg
  • Kleine en onopvallende bloemen
  • Stuifmeel komt per toeval op een andere bloem terecht
  • Veel licht en glad stuifmeel

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bij neemt stuifmeel mee naar de volgende bloem. Het komt dan op de ............ terecht
A
Meeldraad
B
Kroonbladeren
C
Stamper
D
Kelkbladeren

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het stuifmeel van een madeliefje komt op de stamper van een boterbloem. Is dit bestuiving?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke dieren dragen ook bij aan bestuiving, naast bijen?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kruisbestuiving: stuifmeel komt op stamper van dezelfde plant
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
TL: p5.4;
Opdrachten 8 t/m 15

Havo: p5.4;
Opdrachten 8 t/m 22

Alleen werkboek en leerboek op tafel. Werk samen met degene naast je. Vragen? Steek je vinger op. Tijd: tot het eind van de les!

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions