Franse Revolutie vragen

De Franse Revolutie
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De Franse Revolutie

Slide 1 - Diapositive

Voor de Franse Revolutie
Na de Franse Revolutie
Wat zie je hier?

Slide 2 - Diapositive

Bekijk de afbeelding. Wie woonde hier?
A
Lodewijk XVI
B
Louis XI
C
Jacobus II
D
Lodewijk Napoleon

Slide 3 - Quiz

Wat houdt de Trias Politica in?
Stukje theorie over politiek.
Wat houdt de Trias Politica in?
(De man hierboven is de bedenker, Montesquieu uit Frankrijk)

Slide 4 - Diapositive

Trias Politica
=Rechters
=Parlement, het volk
= President, regering, kabinet

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Voor de Franse Revolutie
Tijdens/na de Franse Revolutie
Monarchie
Grondwet
Standen
Gelijkheid

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Wat is een oorzaak van de Franse Revolutie? En wat is geen oorzaak?
strenge leefregels van de kerk
de standensamenleving
belastingplicht voor de adel
Armoede op het platteland
absolute macht van de koning
Oorzaak Franse Revolutie
Geen oorzaak Franse Revolutie

Slide 9 - Question de remorquage

De Franse Revolutie is geïnspireerd door?
A
Sociale en economische ongelijkheid
B
De Verlichting
C
De Amerikaanse revolutie
D
Financiële crisis en mismanagement

Slide 10 - Quiz

De Franse Revolutie begon in
A
1748
B
1776
C
1789
D
1795

Slide 11 - Quiz

Armoede was een oorzaak van de Franse Revolutie
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 12 - Quiz

De Franse Revolutie speelde zich alleen in Parijs af.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Welke stand bestond niet voor of na de Franse revolutie?
A
Koning
B
Geestelijkheid
C
Adel
D
Boeren en burgers

Slide 15 - Quiz

Iemand zegt:
Een gevolg van de Franse revolutie was de afschaffing van de standenmaatschappij.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Waarmee begon de Franse Revolutie?
A
Belastingverhoging van de koning
B
Bestorming Bastille
C
onthoofding van de koning
D
vlucht Willem V

Slide 17 - Quiz

Tijdens de Revolutie werd de Franse koning onthoofd. Welke Lodewijk?
A
Lodewijk XIII
B
Lodewijk XIV
C
Lodewijk XV
D
Lodewijk XVI

Slide 18 - Quiz

Wat speelde behalve de Verlichting een belangrijke rol voor het beginnen van de Franse Revolutie?
A
Misoogsten en belastingverhoging
B
Oprichting van Nationale Vergadering
C
Onthoofding van Lodewijk XVI
D
De kerk

Slide 19 - Quiz

Wat waren de drie ideeën van de Franse Revolutie?
A
vrijheid, slaven en broerschap
B
vrij zijn, gelijk hebben, broeders hebben
C
vrijheid, gelijkheid, broederschap
D
vrijheid, gelijkheid en Broeren

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Voor de Franse revolutie was er sprake van een standensamenleving. Wie vormden de eerste stand?
A
De heren
B
De boeren
C
De geestelijken
D
De adel

Slide 22 - Quiz

Na de Franse revolutie mocht het volk het land zelf besturen. Dit noem je een....

A
Monarchie
B
Dictatuur
C
Democratie
D
Oligarchie

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo

Wat is het sociaal contract?
A
De vorst luistert naar het volk
B
De vorst beschermt het volk
C
Het volk luistert naar de vorst
D
De vorst is dienaar van het volk

Slide 25 - Quiz

Het 'sociaal contract' van Rousseau gaat over:
A
de gelijkheid tussen burgers
B
natuurlijke rechten voor iedereen
C
de relatie tussen vorst en volk, macht komt van het volk
D
vrijheid voor iedereen

Slide 26 - Quiz

Koning Frederik II van Pruisen

Slide 27 - Diapositive

 Frederik II de Grote van Pruisen
  • poging van vorsten om absolutisme te continueren en verlicht denken te implementeren.
  • o.a. Frederik II de Grote van Pruisen 
  • - afschaffen lijfstraffen
  • - verbeteren onderwijs
  • - introductie aardappel
  • - godsdienstige verdraagzaamheid 
  • 'Niets door het volk, alles voor het volk'
  • wel bleef lijfeigenschap bestaan

Slide 28 - Diapositive

Frederik II van Pruisen
Hij zei: "Alles voor het volk, niets door het volk".
- Stond andere godsdiensten toe.

Slide 29 - Diapositive

Was koning Frederik II van Pruisen een koning met een sociaal contract met het volk?
A
Ja natuurlijk!
B
Nee, dat volk moest naar hem luisteren

Slide 30 - Quiz

Koning George III van Engeland
1760-1820

Moest zijn kolonie in Amerika afstaan!
Hoeveel macht heeft deze koning dan?

Slide 31 - Diapositive

Dertien Koloniën
Er vestigden zich niet alleen Engelsen, maar ook bijvoorbeeld Schotten, Ieren, Nederlanders, Duitsers, Zweden.

Slide 32 - Diapositive

De Amerikaanse revolutie, 1775-1783

Slide 33 - Diapositive

3

Slide 34 - Vidéo

02:14
Werden de kolonies van Engeland alleen opstandig door belastingen?
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quiz

04:43
Het revolutiejaar 1775 in Amerika is vergelijkbaar met het Franse revolutiejaar...
A
1787
B
1788
C
1789
D
1790

Slide 36 - Quiz

05:12
Wat is de naam van de hoofdstad van de Verenigde Staten?
A
Washington State
B
Washington DC
C
Washington Uni
D
Washington- Arlington

Slide 37 - Quiz

Wanneer was de Amerikaanse Revolutie?
A
1921-1957
B
1578-1594
C
1765-1782
D
1775-1783

Slide 38 - Quiz

Wat was een oorzaak van de Amerikaanse Revolutie?
A
Het eigen bestuur van de kolonies werd afgepakt
B
De Amerikanen wilden geen belasting betalen
C
George Washington pleegde een staatsgreep
D
De koloniën wilden méér geld van Engeland

Slide 39 - Quiz

De Amerikaanse Revolutie:
De onafhankelijkheidsverklaring van 4 juli 1776

Slide 40 - Diapositive


1783
De Engelse koning George III erkent de Amerikaanse onafhankelijkheid

Slide 41 - Diapositive

1789:
De Amerikaanse grondwet

Slide 42 - Diapositive

Amerikaanse grondwet: de driemachtenleer van Montesquieu!

Slide 43 - Diapositive

Wat heb ik geleerd?

Slide 44 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 45 - Question ouverte

Eindopdracht in de badge
Vergelijk drie koningen en hun beleid. Met welke koning ben jij het eens?
Je gaat voor jezelf bedenken welke vorst je wilt:
- vervangen (hij mag wel in het land blijven, maar niet meer regeren),
- je wilt behouden (hij mag blijven regeren)
- afzetten (hij mag niet regeren en niet in het land blijven)

Slide 46 - Diapositive