7.2 Van procent naar factor + 7.3 exponentiele groei

  H7.2

       Procentuele groei
           oftewel
                                Exponentiele groei


                                            


factor
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

  H7.2

       Procentuele groei
           oftewel
                                Exponentiele groei


                                            


factor

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

havo en vwo hebben niet helemaal dezelfde paragrafen, dus je moet goed opletten, wat voor jou geldt!

Vandaag:
vwo: 7.1
havo: 7.2

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag leer je:
- wat een factor is
- hoe je een percentage omzet naar een factor

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

rekenen met procenten
In de klas van Victor komen 18 leerlingen met de fiets naar school. Dat is 58%. Hoeveel leerlingen zitten er in de klas?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

meer dan 100%....
Jeroen verkoopt elk jaar bonbons op de vrijmarkt. Dit jaar verkocht hij 70 bonbons. Dat is 30% meer dan vorig jaar.
Hoeveel bonbons heeft hij vorig jaar verkocht?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

rekenen met meer dan 100%
Bart fietst 60 km per week. Hij wil 35% meer kilometers fietsen per week. Hoeveel km wil Bart per week fietsen?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van procent naar factor
80% van 570
100%
80%

Slide 7 - Diapositive

maar je kunt ook zeggen:
80% = 80 van de 100, dus 80/100 en dat is 0,8.
dus 0.80 x 570
€700,- exclusief 21% btw
Wat is de prijs inclusief btw?
€700
100 %
      %
Bij een toename van 21% vermenigvuldig je dus met 1,21
Waarmee vermenigvuldig je bij een toename van 15% en van 3%

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de factor

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

toename en afname
Als de factor>1 dan ............................

Als de factor <1 dan ............................

En als de factor 1 is?


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wiskunde in het nieuws

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

conclusie
Rekenen met een factor is dus een handige en snelle manier om te rekenen met procenten.

Je krijgt 15% korting. Hoeveel procent moet je dan nog betalen?
Wat is dan de factor om de nieuwe prijs te berekenen?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kort oefenen met de factor
40% van 215 = ..... x 215 =
13% korting op 342 = .......... x 342 =     

Wat is de factor bij:
toename met 26%
afname met 5%
toename met 12,5%

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onthoud!
hoe bereken je de factor?

factor =  


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instapvraag:
Een laptop kost €760,-
Je krijgt tijdelijk 4,5% korting op laptop.
Bereken de nieuwe prijs in euro's.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

7.2exponentieële groei
  • Een exponentieële groei in een tabel herkennen. 
  • Bij een exponentiële groei de groeifactor kunnen berekenen. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exponentiële groei
In de onderstaande tabel is er sprake van een  exponentiële groei



Er is sprake van een exponentiële groei
als er steeds met dezelfde factor wordt vermenigvuldigt

t
0
1
2
3
4
h
3
12
48
...
...

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exponentiële groei 
In de onderstaande tabel is er sprake van een exponentiële groei. 



groeifactor=nieuwe hoeveelheid : oude hoeveelheid 
1. Bereken de groeifactor:
groeifactor=12:3=4
groeifactor=48:12=4

t
0
1
2
3
4
h
3
12
48
...
...

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exponentiële groei
In de onderstaande tabel is er sprake van een exponentiële groei.



groeifactor=nieuwe hoeveelheid : oude hoeveelheid 
2. Vul de lege plekken in:   
                                                                            groeifactor=4


t
0
1
2
3
4
h
3
12
48
...
...
t
0
1
2
3
4
h
3
12
48
192
768

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sprake van een
exponentiële groei







Geen sprake van een
exponentiële groei




t
0
1
2
3
h
2
6
18
54
t
0
1
2
3
h
5
10
15
20

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sprake van een
exponentiële groei



6 : 2 = 3
18 : 6 = 3 
54 : 18 = 3

De groeifactor is overal 3, dus er is sprake van een exp. groei.

Geen sprake van een
exponentiële groei



10 : 5 = 2
15 : 10 = 1,5 
20 : 15 = 1,3 

De groeifactor is niet overal hetzelfde dus geen sprake van een exp. groei.
t
0
1
2
3
h
2
6
18
54
t
0
1
2
3
h
5
10
15
20

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening1: Bij welke tabellen is sprake van een exponentiële groei? 
Tabel A:


Tabel B:


Tabel C:

t
0
1
2
3
4
h
0,5
2
8
16
32
t
0
1
2
3
4
h
84
72
60
48
36
t
0
1
2
3
4
h
3
18
108
162 
972

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen/maken
&7.2 en &7.3
timer
1:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions