Cours TA11 du mardi 18 octobre 2022

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Bonjour TA11! Mardi 11 octobre

Plattegrond TA11

Au programme

5 minuten: presentie en huiswerk

7 minuten: leesoefening

15 minuten: quiz grammatica: het lidwoord / werkwoord avoir

10 minuten  exercice phrases-clés: parler de ma famille

resterende tijd: woordjes oefenen met WRTS

5 minuten afsluiten, terugblik en huiswerk opgeven

Huiswerk afmaken

G Phrases-clés et parler 27abcd, 29a (alleen)

In je boek:

 Grammaire H 30, 31abdef, 32, 33

Wil je woordjes oefenen, dan kan dat ook via WRTS. Ik heb een groep aangemaakt. Je wordt lid van de groep door op de volgende link te klikken: https://leren.wrts.nl/groups/159570/join?key=1d42f12

Sterkte met de oefeningen en vergeet niet dat het goed is om je woordjes te leren voor de toets van woensdag!

7 minuten: leesoefening

Lis le texte

Lis les questions

Réponds et mets ton nom

Tu as 7 minutes

Objectifs

Ik kan een leesoefening maken

Ik ken Je, tu, il/elle/on, nous, vous, ils/elles in het Frans

Ik ken het werkwoord hebben / avoir in het Frans

Ik kan de lidwoorden le/la/l'/ les en un/une gebruiken in zinnen

Ik kan zelfstandig aan de slag met de phrases-clés en/of het

                                                                         leren van de woordjes

Leesoefening en gramm. oefening

Je maakt eerst een leesoefening, dan een quiz

Je hebt 10 minuten voor de leesoefening

Quiz

Pak je tablet en ga naar Lessonup.app

Vul de code in en gebruik je eigen naam

Weet je iets niet, dan schrijf je het op in je schrift

Het juiste lidwoord:
de fotos

Het juiste lidwoord: een foto

Voilà la tente, c'est ...... tente luxueuse

Juiste lidwoord
Het hotel : ...... hotel

Juiste lidwoord
De attractie: ... attraction

Juiste lidwoord
Een hond: ..... chien

Juiste lidwoord: een
La fille: ..... fille

Werkwoord avoir
Marie et Jeanine ........ un chien

1. avez
2. ont
3. a
4. as

J'..... douze ans

1. as
2. avons
3. ai
4. ont

Pierre et Maxime ..... un chien

Fie et Lic, vous ....... douze ans

Ik heet .... (let op de spelling)!

Marie et Jeanine hebben een hond. Elles ....

1. avez un chien
2. ont un chien
3. a un chien
4. as un chien

Liv heeft een boek. Elle .....

1. avez un livre
2. as un livre
3. a un livre
4. avons un livre

Wij van MH12, wij hebben een test. Nous ...

1. avons un test
2. a un test
3. as un test
4. avez un test

Jullie van TG11, jullie hebben een test, Vous .....

1. avons un test
2. a un test
3. as un test
4. avez un test

Tips:  schrijf de vervoeging van je werkwoorden op een velletje tijdens je toets

J'                  ai  (un chien) Ik heb (een hond)   

Tu                as                      Jij  hebt

Il/elle/on   a                         Hij heeft         Anouk a un chien

Nous          avons               Wij hebben

Vous           avez              Jullie hebben 

Ils/elles     ont                      Zij hebben   Anouk et Olivia ont un chien

                                                                            

se Présenter Parler de moi /ma famille

Schrijf op: hoe je heet

Schrijf op: waar woon je - Schrijf op: ik woon in

Schrijf op: wat is dat Doorn? En: Dat is een stad

Schrijf op:hoeveel broers en zusje je hebt & hoe zij heten

Schrijf op: Hoe oud ben je?

Schrijf op Ik ben ....... jaar (niet de cijfers maar het woord!)

Je zegt hoe oud je broers/zusjes zijn

Schrijf dit op en gebruik niet je boek!

Je hebt hiervoor 10 minuten. Eerder klaar? oefen met WRTS

Ga naar WRTS

Fin du cours

Huiswerk

Summatieve toets - voor deze toets krijg je een cijfer en dat cijfer telt mee voor je rapport. De toets gaat over de volgende onderdelen. Leren:

Chap. 0  Vocabulaire ABCD

Chapitre 1: Phrases-clés C en G

Vocabulaire ABEF. Grammatica: de groene stukjes D en H