Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Verwijswoorden
Verwijswoorden
Leerdoel
Aan het eind van de les kun je een aantal verwijswoorden noemen.
Aan het eind van de les weet je wat een verwijswoord is.
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Verwijswoorden
Leerdoel
Aan het eind van de les kun je een aantal verwijswoorden noemen.
Aan het eind van de les weet je wat een verwijswoord is.
Slide 1 - Diapositive
Verwijswoorden
Een verwijswoord verwijst naar een ander woord.
Of naar een groepje woorden in de tekst.
Of zelfs naar een hele zin.
Meestal staat dat woord of groepje woorden één regel eerder.
Slide 2 - Diapositive
Voorbeelden van verwijswoorden zijn:
hij, het, ze, zij, die, dat, hier, er, daar, dan, toen.
Slide 3 - Diapositive
voorbeelden:
Ali komt uit Syrie. Hij is daar geboren.
Het verwijswoord is:
hij
.
Met '
hij
' bedoelen we
Ali
Slide 4 - Diapositive
Sharon komt uit Nigeria, zij woont nu in Nederland.
Wat is hier het verwijswoord?
A
Sharon
B
woont
C
zij
D
Nederland
Slide 5 - Quiz
Sharon komt uit Nigeria, zij woont nu in Nederland.
Waar verwijst zij naar?
A
Sharon
B
woont
C
hij
D
Nederland
Slide 6 - Quiz
Vanessa komt uit Ghana, dat is een mooi land.
Wat is hier het verwijswoord?
A
Vanessa
B
Ghana
C
land
D
dat
Slide 7 - Quiz
Vanessa komt uit Ghana, dat is een mooi land.
Waar verwijst dat naar?
A
Vanessa
B
Ghana
C
Nederland
D
komt
Slide 8 - Quiz
Ik heb zin in de pauze, Dan ga ik een croissant kopen.
Wat is hier het verwijswoord?
A
ik
B
dan
C
pauze
D
zin
Slide 9 - Quiz
Ik heb zin in de pauze. Dan ga ik een croissant kopen.
Waar verwijst dan naar?
A
croissant
B
in de pauze
C
zin
D
dan
Slide 10 - Quiz
Angela heeft een nieuwe broek gekocht. Ik vind hem lelijk.
Wat is hier het verwijswoord?
A
nieuwe broek
B
ik
C
vind
D
hem
Slide 11 - Quiz
Angela heeft een nieuwe broek gekocht. Ik vind hem lelijk.
Waar verwijs hem naar?
A
nieuwe broek
B
ik
C
vind
D
hem
Slide 12 - Quiz
Weet je nu wat verwijswoorden zijn?
A
Ja!
B
Nee
C
Een beetje
Slide 13 - Quiz
Noem een verwijswoord
Slide 14 - Carte mentale
Maken
opdracht 14 en 15
bladzijde 104
Klaar?
werken aan huiswerk 16 t/m 22
Slide 15 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Verwijswoorden
Septembre 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Verwijswoorden
Février 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Verwijswoorden
Mai 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1,2
Verwijswoorden
Mars 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
1T Verwijswoorden
Mai 2020
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Verwijswoorden -1TH
Mars 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Verwijswoorden
Septembre 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Verwijswoorden
Février 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1