Pubquiz

Leerjaar 2
 Consumeren of consuminderen?
Actiedag 2023
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Leerjaar 2
 Consumeren of consuminderen?
Actiedag 2023

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Open vragen

- Hoe veroorzaak je schade door te consumeren?

- Hoe kun jij door milieubewust te consumeren, milieuschade beperken?

Slide 3 - Diapositive

Consumeren en milieu
Consumeren zorgt voor milieuschade. 

  • Water, bodem en luchtvervuiling
  • Verbruik van natuurlijke hulpbronnen
  • Verstoring van leefomgeving en uitstoot CO2

Slide 4 - Diapositive

Hoe kunnen we milieuvervuiling tegengaan?
  • Minder consumeren;
  • Meer afval inzamelen/sorteren/recyclen;
  • Vaker duurzaam produceren;
  • Minder maatschappelijke kosten, vaker "de vervuiler betaalt";
  • Meer regels en wetten.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Ecologische voetafdruk

Slide 7 - Diapositive

Kringlooplogo
Recyclebaar 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Energielabel
Energielabels maken het je makkelijk om te kiezen, want ze laten in één oogopslag zien welke apparaten, auto's en woningen zuinig omgaan met energie. Het energielabel is verplicht gesteld door de EU.

Slide 10 - Diapositive

Hoe kan de overheid de milieuproblemen aanpakken?
A
Promoten van scheiden van afval
B
Door meer belasting te heffen op milieuvervuilende producten
C
Wet- en regelgeving CO 2 uitstoot voor bedrijven regelen
D
Alle 3 antwoorden zijn goed.

Slide 11 - Quiz

De overheid wil meer toe naar het principe 'de vervuiler betaalt'. Als dit lukt, wat gebeurt er dan met de maatschappelijke kosten?
A
Blijven gelijk.
B
Niets te maken met maatschappelijke kosten.
C
Stijgen.
D
Dalen.

Slide 12 - Quiz

Betalen consumenten toch mee als het principe "De vervuiler betaalt" wordt toegepast?
A
De bedrijfskosten nemen toe en zo ook de consumenten prijs.
B
De lonen van consumenten stijgen niet maar de winst van de bedrijven wel.
C
De bedrijfskosten nemen af en moeten en de consumenten meer betalen.
D
De prijs heeft niets te maken met de milieukosten.

Slide 13 - Quiz

Waarom zijn maatschappelijke kosten vervelend voor de burgers?
A
Omdat de burgers moeten meebetalen aan het oplossen van de vervuiling van een ander.
B
Omdat burgers hierdoor minder geld verdienen.
C
Omdat bedrijven hierdoor meer winst maken.
D
Omdat burger hierdoor niet in een schoon land kunnen leven.

Slide 14 - Quiz

Wat betekent hergebruik (recycling)
A
Nieuwe producten maken van bestaande producten.
B
Zo min mogelijk weggooien, maar producten langer gebruiken.
C
Het maken van nieuwe producten uit afval.
D
Duurzaam leven.

Slide 15 - Quiz

Productie levert milieuschade op. Wat is waar over milieuschade?
A
Milieuschade is direct merkbaar
B
Herstellen is onmogelijk
C
Milieuschade is niet direct merkbaar

Slide 16 - Quiz

Wat is een gevolg van milieuschade?

A
Leefgebieden van dieren verdwijnen
B
In de zomer mag je niet zwemmen in het zwembad
C
Mensen hebben geen geld meer om naar het buitenland op vakantie te gaan

Slide 17 - Quiz

Wat kun jij als consument doen om milieuschade te beperken? Denk aan het kopen van milieuvriendelijke producten.

Slide 18 - Question ouverte

Hoe veroorzaak je schade door te consumeren?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe kun jij door milieubewust te consumeren, milieuschade beperken?

Slide 20 - Question ouverte

Extra uitleg
Op de volgende slide zie je welke landen de grootste voetafdruk op wereld achterlaten, welk land denk jij dat de grootste voetafdruk heeft?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Extra uitdaging

Slide 23 - Diapositive

Elektrische apparaten verbruiken de laatste jaren steeds minder energie. Toch is het energieverbruik door apparaten toegenomen. Hoe kan dit?
A
Er zijn meer eenpersoons huishoudens gekomen
B
De bevolking is toegenomen
C
Er worden steeds meer elektrische apparaten gebruikt in Nederland.

Slide 24 - Quiz

In welk geval werkt de consument NIET mee aan een beter milieu?
A
Spullen te koop aanbieden op Marktplaats.
B
Hout kopen met het FSC-keurmerk.
C
Met de trein reizen.
D
De verwarming hoog zetten en de ramen openen.

Slide 25 - Quiz

Doordat de wegen drukker worden, wordt de luchtkwaliteit
A
Beter
B
Slechter

Slide 26 - Quiz

Wanneer meer automobilisten een elektrische auto gaan rijden wordt de luchtkwaliteit
A
Beter
B
Slechter

Slide 27 - Quiz

Je wilt graag een eigen huis bouwen dat is:
A
Consumeren
B
Een behoefte
C
Produceren

Slide 28 - Quiz

Je gaat met vrienden aan de slag om dat huis te bouwen, dat is:
A
Consumeren
B
Produceren
C
Een behoefte

Slide 29 - Quiz

Je haalt voor iedereen een patatje, kipburger en een sinas, dat is:
A
consumeren
B
produceren
C
een behoefte

Slide 30 - Quiz

Als, door milieu-onvriendelijk produceren, luchtvervuiling ontstaat, is sprake van
A
Subsidie
B
Maatschappelijke kosten

Slide 31 - Quiz

Milieuvervuiling door uitlaatgassen zijn maatschappelijke kosten (het kost de maatschappij geld)
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quiz

Als een bedrijf de maatschappelijke kosten meetelt, dan is het bedrijf
A
Milieuvriendelijk.
B
Milieuonvriendelijk.

Slide 33 - Quiz

Waarom zijn maatschappelijke kosten vervelend voor de burgers?
A
Omdat de burgers moeten meebetalen aan het oplossen van de vervuiling van een ander.
B
Omdat burgers hierdoor minder geld verdienen.
C
Omdat bedrijven hierdoor meer winst maken.
D
Omdat burger hierdoor niet in een schoon land kunnen leven.

Slide 34 - Quiz

De opdracht
Ga met een viertal leerlingen op pad en probeer zoveel mogelijk afval op te rapen (Maak Alkmaar schoon)! 
Iedere groep krijgt een prikker en een afvalzak mee. 
Als de afvalzak vol is, dan lever je deze in op school én ontvang je een nieuwe vuilniszak.

Slide 35 - Diapositive