Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Snappet
Teamsessie 1
Slide 1 - Diapositive
Ons onderwijs:
Belangrijke onderdelen en speerpunten.
Slide 2 - Question ouverte
Hoe zie jij de rol van Snappetcoördinator voor je?
Slide 3 - Question ouverte
Visie en aanpak ontwikkelen
Doorgaande lijn creëren
“Samen zorgen voor een proactieve, planmatige en systematischeopbrengstgerichte inzet van Snappet om de leerresultaten op school te behouden of verhogen.”
Slide 4 - Diapositive
Werkpakketten
Slide 5 - Diapositive
Hoeveel doelen staan er ongeveer per vakgebied in een werkpakket?
Slide 6 - Question ouverte
Is het aantal leerdoelen voor alle kinderen gelijk? Waarom wel of niet?
Slide 7 - Question ouverte
Wanneer werk jij de werkpakketten bij?
Slide 8 - Question ouverte
Hoe bepaal je wie extra instructie krijgt? Waar kijk je naar?
Slide 9 - Question ouverte
waar/
niet waar
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Om te bepalen of kinderen extra instructie nodig hebben (na de basisinstructie) kijk je naar de status.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Niet waar
Kijk naar hoe opgave 1 gemaakt is. De status is soms nog niet bepaald omdat er nog niet genoeg opdrachten gemaakt zijn binnen dit leerdoel.
Slide 13 - Diapositive
Het is verstandig om kinderen die rekenen over het algemeen lastig vinden altijd opgave 3 te laten maken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Niet waar
Bekijk bij het voorbereiden van je les welk niveau de kinderen al eerder op dit doel behaald hebben. Als dit onderdeel van rekenen wel begrepen wordt, dan maken ze opdracht 1, opdracht 2 en daarna plusjes.
Slide 15 - Diapositive
Plusjes en werkpakketten zijn hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Waar
Plusjes en werkpakketten zijn beiden adaptief.
Let op! Bij het volgen van de leerlingen staat dit wel door elkaar. Plusjes doe je meteen na de les.
Slide 17 - Diapositive
Als kinderen geen punten krijgen bij de plusjes moeten gewoon langer doorgaan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Niet waar
Bij drie keer een 0-score kun je beter stoppen met het werkpakket/ de plusjes. Niveau 5 is dan behaald.
Slide 19 - Diapositive
Sterke rekenaars maken opdracht 1 en daarna plusjes.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Niet waar
Opdracht 1 is de instructie. Deze kunnen ze overslaan.
Laat ze wel de laatste opgave van opdracht 1 maken, dit is de moeilijkste opgave (handelingsniveau 4).
Opdracht 2 maken ze helemaal. Daarna 20 plusjes.
Slide 21 - Diapositive
Met de shuffleknop oefenen de kinderen alle doelen die in de werkpakketten staan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Niet waar
Alleen de behaalde doelenoefenen ze door elkaar. Met het werken met de shuffleknop moeten de kinderen verschillende strategieën door elkaar oefenen, waar het dus moeilijker van wordt.