Les 35 - Een verhaal beoordelen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

In het boek krijg je veel verschillende perspectieven te lezen. Je krijgt van elk personage de stem te horen: van Liv, Britt, Rosalie, Eva, Jack en Fabian. In het begin is dat misschien verwarrend (alhoewel de personages wel goed worden voorgesteld aan het begin), maar al snel heb je de personages goed door. Je komt zo veel verschillende intriges te weten, wat alle personage van elkaar denken, geheime gedachten en relaties… Daardoor word je steeds op verschillende sporen gezet wat betreft de ‘dader’ van die verschrikkelijke nacht en daaropvolgende dagen. Het einde is in elk geval spectaculair en onverwacht: erg spannend!

Hoewel het boek erg spannend is en de meesten dat erg leuk zullen vinden, zullen anderen het verhaal misschien een beetje onrealistisch vinden. Alles zou in principe wel echt kunnen gebeuren, maar je merkt wel dat het hier en daar het verhaal een beetje is aangedikt om er extra spanning en intrige in te krijgen. Als je daar niet van houdt, zou dat wel een minpunt voor jou kunnen zijn, maar laat je er zeker niet door afschrikken!

Wild eindigt met een hoofdstukje waar je achter de identiteit van de moordenaar komt. Toch geloof je de motivatie van die moordenaar niet heel erg. Daarvoor blijven de karakters te plat en ook de onderlinge verhoudingen blijven te oppervlakkig. Voor een beetje lezer is de gesuggereerde spanning, zoals moet blijken uit de hierboven aangehaalde zinnen, vooral lachwekkend. Het is net als die tante bij wie je op bezoek gaat en die om de tien minuten zegt dat het zo gezellig is, terwijl jij eigenlijk zo snel mogelijk weer naar huis wilt omdat je je kapot verveelt.

Wild

Wat is een recensie?

• Je geeft je mening over het boek of film
  
• Onderbouw je mening met argumenten

• Fout
  
• 'Ik vond het een leuk boek, jammer dat het uit is'.
• Goed
  
• Ik vond het een leuk boek. De personages waren erg geloofwaardig en het verhaal zat goed in elkaar. 
  

Kenmerken om een verhaal te beoordelen

1. Personages

2. Gebeurtenissen

3. Opbouw

4. Taalgebruik

Personages

• Wat kun je zeggen over de personen in het boek?
  
• Zijn ze geloofwaardig?
• Kun je je inleven in de hoofdpersoon?
• Vond je de personages aardig of juist onaardig?
• Herkende je gedachten, emoties of gedrag?

Gebeurtenissen

Zou het verhaal echt gebeurd kunnen zijn?

Zet het boek je aan het denken?

Heb je zelf zoiets meegemaakt? 

Ken je anderen die zoiets hebben meegemaakt?

Opbouw

• Hoe is het verhaal opgebouwd?
  
• Was het verhaal lastig om te lezen of juist makkelijk? 
• Vanuit welk perspectief is het verhaal verteld?
• Was het een spannend verhaal?
• Wat vond je van het einde?

Taalgebruik

• Wat vond je van het taalgebruik? Makkelijk? Moeilijk? Leuk? Grappig?
  
• Kreeg je een beeld? Kon je voor je zien wat de schrijver bedoelde?
• Wat vond je van de gesprekken in het boek?
• Zaten er beschrijvingen in het verhaal? Wat vond je daarvan?

Filmpje

Vragenrondje

Waar gaat het om bij een recensie?

• Het gaat om je mening. En die mening moet je onderbouwen met argumenten. 
  
•  Op welke vier kenmerken kun je een verhaal beoordelen?
  

1. Personages
   
2. Gebeurtenissen
   
3. Opbouw
   
4. Taalgebruik. 
   

Werkfase

• Doel opdracht: Je leert hoe je jouw oordeel over een verhaal geeft en onderbouwt
  
• De opdracht: Maak opdracht 1 t/m 5 op pagina 74 van je boek.
  
• Heb je een vraag? Steek je vinger op, dan kom ik naar je toe.
  
• Je krijgt 20 minuten om de vragen te maken
• We bespreken de vragen in de les
• Ben je snel klaar? Maak dan opdracht 6 t/m 9

Huiswerk

Maak opdracht 6 t/m 9 op pagina 74