week 5B period 3 MBO1 WORDORDER

week 5B period 3 MBO1
WORDORDER
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

week 5B period 3 MBO1
WORDORDER

Slide 1 - Diapositive

INTERROGATIVE
+PRONOUNS

PAST SIMPLE vs PAST CONTINUOUS 

WORDORDER

READING B1
IRREGULAR VERBS
 A  p.127     B. p.40


 A  p.173     B. p.23
  

A. p.266      B. p102

Planning Reading B1
A. p.327-329
         







Slide 2 - Diapositive

WORDORDER

Slide 3 - Diapositive

Wie doet wat waar wanneer?
             O              ww              lv             plaats                    tijd

Slide 4 - Diapositive

EXAMPLE:
Peter liep vanmiddag samen met Patrick naar zijn huis.
Peter walked together with Patrick to his house this afternoon.

Slide 5 - Diapositive

Stappenplan:
1. onderwerp                         WIE
2. werkwoord(en)               DOET
3. lijdend voorwerp            WAT
4. plaats                                  WAAR
5. tijd                                        WANNEER

De tijd kan ook aan het begin van de zin worden gezet!

Slide 6 - Diapositive

Answer YES or NO:
My neighbour will tomorrow
have a party.

Slide 7 - Question ouverte

Answer YES or NO:
Last night had we a meeting at school with the teacher.

Slide 8 - Question ouverte

TIP!
Zet de werkwoorden van de zin bij elkaar!

Ik heb gisteren heel veel friet gegeten.
I have eaten a lot of fries yesterday.

Slide 9 - Diapositive

Put in the correct order:
at the zoo / saw / a week ago /
an elephant / my family and I

Slide 10 - Question ouverte

Put in the correct order:
shopping / went / the girls / this morning / at the mall

Slide 11 - Question ouverte

Choose the sentence with the correct word order.
A
He swims every day in the canal.
B
He swims in the canal every day.

Slide 12 - Quiz

Bijwoorden van Frequentie
woorden die aangeven hoe vaak je iets doet

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Waar staan deze woorden in een zin?

Slide 15 - Diapositive

De bijwoorden van frequentie 
(bv. always, usually, regurlarly, sometimes, rarely, seldom, never) staan voor het werkwoord.

Behalve .............

Slide 16 - Diapositive

Bij de werkwoorden :
Am/ are/ is/ was / were zetten 
we het bijwoord van Frequentie 
achter het werkwoord

He is never late
She was always happy

Slide 17 - Diapositive

Choose the sentence with the correct word order.
A
We are never in a position to complain.
B
We never are in a position to complain.

Slide 18 - Quiz

Correct word order:
summer / we / here / are / in / usually
A
Usually we are here in summer.
B
We usually are here in summer.
C
We are usually in summer here.
D
We are usually here in summer.

Slide 19 - Quiz

WORDORDER -  CONCLUSION
- all verbs together
- words that indicate frequency
(always, never, sometimes etc)
- place before time
(specifieke tijd voor algemene tijd)

Slide 20 - Diapositive

Exercise
1. Ik ga nooit naar school in het weekend.
2. We zagen haar vorige week op school.
3. We lopen altijd samen naar huis.
4. Laten we in Den Helder afspreken bij het station.
5. Ik doe vaak meteen na school mijn huiswerk.
6. Mijn broer was gisteren hard aan het trainen in het park.

Slide 21 - Diapositive

Exercise
1. I never go to school in the weekends.
2. We saw her at school last week.
3. We always walk home together.
4. Let's meet at the station in Den Helder.
5. I always do my homework right after school.
6. My brother was training hard in the park yesterday.

Slide 22 - Diapositive

exercise
1. Hij is nooit alleen thuis.
2. We zagen hem gisteren bij de bioscoop.
3. Zij lopen altijd samen naar huis.
4. Laten we in Amsterdam afspreken bij het station.
5. Ik doe vaak meteen na school mijn huiswerk.
6. Mijn zus was gisteren verschrikkelijk aan het zingen in de badkamer

Slide 23 - Diapositive

exercise
1. He is never home alone.
2. We saw him at the cinema yesterday.
3. They always walk home together.
4. Let's meet at the station in Amsterdam.
5. I often do my homework right after school.
6. My sister was singing terribly/awfully in the bathroom yesterday.

Slide 24 - Diapositive

GO TO:

NU ENGELS PLATFORM
PLANNING
1MD1 PERIOD 4 WORDORDER


Slide 25 - Diapositive