Thema 3, week 2 Les 6a, familie en vrienden

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

lesdoel

Ik leer twaalf woorden over kleding en uiterlijk

het gezinsleven

     alles wat er in een gezin gebeurt en wordt gedaan

Ons gezinsleven is superleuk. Elke zaterdag spelen wij samen spelletjes.

het huishouden

    mensen die met elkaar in een huis wonen

Mijn huishouden bestaat uit twee mensen, mijn dochter en ik.Uit hoeveel mensen bestaat jullie huishouden?

de thuissituatie

     hoe het bij iemand thuis is en gaat

Bij de meeste kinderen is hun thuissituatie heel goed. Soms is het niet zo goed en dan moet je soms even ergens anders wonen.

ADOPTEREN

officieel ouders worden van een kind dat bij andere ouders geboren is

Mijn oom en tante kunnen geen kinderen krijgen. Zij hebben een meisje uit China geadopteerd.

de vondeling

     een baby die ergens is neergelegd om door anderen gevonden en verzorgd te worden

Deze baby is een vondeling.

Niemand weet wie zijn vader of moeder is.

het pleegkind

een kind dat verzorgd wordt door ouders die niet de eigen vader of moeder zijn

Brams ouders kunnen niet voor hem zorgen daarom gaat hij naar pleegouders. Bram is dan hun pleegkind.

de pleegmoeder

een vrouw die voor een kind zorgt, maar niet de eigen moeder is

Dit zijn Jara en haar pleegmoeder.

De pleegmoeder zorgt zolang voor Jara, maar Jara blijft haar echte moeder wel zien.

de pleegvader

   een man die voor een kind zorgt, maar niet de eigen vader is

Jana heeft een pleegvader en een pleegmoeder. Jara woont voorlopig bij ze.

het weeskind

een kind dat geen ouders meer heeft

Het lijkt mij niet leuk om een weeskind te zijn.

het weeshuis

 Een plek waar voor kinderen wordt gezorgd die geen ouders meer hebben.   

de bekende

     iemand die je kent

Sinterklaas in een bekende van ieder kind in Nederland.

de geliefde

iemand van wie je houdt en je partner is

Mijn zus heeft sinds kort een vriendje. Hij is dus haar geliefde.

naar snappet

 Thema 3, week 1
Les 6a

We beginnen bij opgave 1D

https: