Woorden die te maken hebben met familie en vrienden (Groep 6).

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Ik kan woorden benoemen die te maken hebben met familie en vrienden.

Uit welke personen kan een familie ontstaan?

De bekende: Iemand die je kent (buurmeisje). 

De geliefde: Iemand van wie je houdt en je partner is.

Het gezinsleven: Alles wat er in een gezin gebeurt en wordt gedaan. 

Het huishouden: Mensen die met elkaar in een huis wonen.

De thuissituatie: Hoe het bij iemand thuis is en gaat. 

Adopteren: Officieel ouders worden van een kind dat bij andere ouders geboren is.

De pleegmoeder: Een vrouw die voor een kind zorgt, maar niet de eigen moeder is.

De pleegvader: Een man die voor een kind zorgt, maar niet de eigen vader is.

Het pleegkind: Een kind dat verzorgd wordt door ouders die niet de eigen vader of

moeder zijn.

De vondeling: Een baby die ergens is neergelegd om door anderen gevonden en verzorgd te worden.

Het weeshuis: Een plek waar voor kinderen wordt gezorgd die geen ouders meer hebben.

Het weeskind: Een kind dat geen ouders meer heeft.

Je komt iemand tegen die geen vriend van je is, maar je kent diegene wel:

1. een vriend
2. een broer
3. een bekende
4. een neef

Twee mensen die van elkaar houden en verliefd zijn noem je:

1. familie
2. vrienden
3. bijdehand
4. geliefdes

Het huishouden:

1. Mensen die bij elkaar in een huis wonen.
2. Mensen die in je familie zitten.
3. Iemand die alle klusjes thuis doet.
4. een gezin

Wat kan je allemaal adopteren?

1. Eten , kinderen ,en kleding.
2. Papier, Hout en ijzer.
3. Kinderen, een kerstboom en dieren.
4. Kinderen, dieren en pizza's.

Een kind dat verzorgd wordt door ouders die niet de eigen vader of moeder zijn is:

1. Een weeskind
2. Een pleegkind
3. Een vondeling
4. Geadopteerd