Klimaten, Klimaatverandering en Smog in India

Klimaten, Klimaatverandering en Smog in India

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kun je vertellen welke klimaten er in India voorkomen, begrijp je wat de gevolgen van klimaatverandering en energietransitie zijn voor India, en kun je het ontstaan van smog uitleggen.

Introduceer de leerdoelen en leg uit waarom deze belangrijk zijn om te begrijpen.

What do you already know about the different climates in India?

Klimaten in India

India heeft verschillende klimaten, van tropisch regenwoud tot woestijnklimaat. De meeste regen valt in het zuidwesten van het land.

Laat een kaart van India zien en leg uit welke klimaten er voorkomen. Vraag de leerlingen om te vertellen welke klimaten zij kennen.

Klimaatverandering in India

Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor India, zoals droogte, overstromingen en het smelten van gletsjers. Ook heeft het land veel last van luchtvervuiling.

Leg uit wat klimaatverandering is en hoe het India beïnvloedt. Bespreek de gevolgen van klimaatverandering en vraag de leerlingen om voorbeelden te geven.

Energietransitie in India

India is bezig met een energietransitie om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen. Het land wil meer gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen zoals zonne-energie.

Beschrijf wat een energietransitie is en waarom India hiermee bezig is. Bespreek de voordelen van hernieuwbare energiebronnen.

Smog in India

Smog is een ernstig probleem in veel steden in India. Het ontstaat door luchtvervuiling, vooral door uitlaatgassen en industrie.

Leg uit wat smog is en hoe het ontstaat. Bespreek de gezondheidsrisico's van smog.

Ontstaan van Smog

Smog ontstaat wanneer uitlaatgassen en industrie uitstoten in de atmosfeer blijven hangen. Dit kan leiden tot zure regen en gezondheidsproblemen.

Laat een afbeelding van smog in India zien en leg uit hoe dit ontstaat. Bespreek mogelijke oplossingen voor het verminderen van smog.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.