Recap unit 2

Welcome back! 
  • Hello
  • Today's goals
  • A little practice online
  • What do you need to focus on? 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welcome back! 
  • Hello
  • Today's goals
  • A little practice online
  • What do you need to focus on? 

Slide 1 - Diapositive

Holidays...
timer
4:00

Slide 2 - Diapositive

Notifications
  • Message
  • Results Reading test

Slide 3 - Diapositive

Today's goals, that you (and I)
  • Know how and what you still need to study for unit test 1 & 2
  •  know what questions you still need to ask

Slide 4 - Diapositive

Conjunctions

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Slide 7 - Diapositive

Past Perfect

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Passive vs. active

In active:
Person/thing does the action


In passive:
Person/thing does not do anything

Slide 10 - Diapositive

In het Nederlands:
Active sentence --> actieve/bedrijvende zin
Passive sentence --> passieve/lijdende zin

De leerlingen plagen de docent.
De docent wordt geplaagd (door de leerlingen).

Slide 11 - Diapositive

Wanneer gebruik je de passive?
De passive wordt gebruikt als de nadruk niet ligt op wie iets doet, maar wel op wat er gedaan wordt. De handeling is belangrijker dan degene die het doet. Of: je weet helemaal niet wie het doet. Bijvoorbeeld:

The package was delivered yesterday. (het doet er niet toe door wie).
My bike has been stolen. (je weet niet door wie)


Slide 12 - Diapositive

Hoe maak je de passive?
De passive bestaat uit:
vorm van 'to be' + voltooid deelwoord

The rules are written on the board (by the teacher).
The song was played three times (by the dj).
The wall has been painted green (by my dad).

Slide 13 - Diapositive

Voltooid deelwoord:
  • regelmatige ww:  hele ww + ed   (play  -->  played)
  • onregelmatige ww: 3e vorm   (fly  --> flew)

Slide 14 - Diapositive

Hoe herken je een passive?
  1. Staat er een vorm van 'to be'?
    (am/are/is/was/were/have been/ has been/ had been/is being/etc.)
  2. Staat daarna een voltooid deelwoord? (played, broken etc.)
  3. Staat daarna 'by ....'? Zoniet, kun je 'by zombies' erachter 
    zetten?
Als aan deze 3 voldaan is  -->  het is een passive!
The poor girl was killed (by zombies).

Slide 15 - Diapositive

Present Simple Passive:

am/are/is + voltooid deelwoord
Active:
A lot of people speak English.
Passive:
English is spoken by a lot of people.


Past Simple Passive:
  
was/were + voltooid deelwoord
Active:
Rosa ate all the cookies.
Passive:
All the cookies were eaten by Rosa.


Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Possessive ( bezit )
's 

'

of

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

What are you going to focus on?
All/particular grammar?
Vocabulary?
Verb tenses?

Slide 20 - Diapositive