H2 - §2.4 - Kleuren maken

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §2.3
  • lesdoelen §2.4
  • instructie §2.4
  • maken opgave uit het boek
  • afsluiten les 

 


1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §2.3
  • lesdoelen §2.4
  • instructie §2.4
  • maken opgave uit het boek
  • afsluiten les 

 


Slide 1 - Diapositive

Vragen §2.3

Slide 2 - Diapositive

Terugblik §2.3

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Een holle spiegel reflecteert de lichtstralen
A
diffuus
B
divergerend
C
convergerend
D
evenwijdig

Slide 7 - Quiz

Een bolle spiegel reflecteert de lichtstralen
A
diffuus
B
divergerend
C
convergerend
D
evenwijdig

Slide 8 - Quiz

Bij een laserpen is sprake van een:
A
Evenwijdige lichtbundel
B
Convergente lichtbundel
C
Divergente lichtbundel

Slide 9 - Quiz

Welk soort lichtbundel stuurt een vuurtoren uit?
A
Evenwijdig
B
Convergerend
C
Divergerend
D
diffuus

Slide 10 - Quiz

§2.4 - Je leert
  • hoe gekleurd licht en mengkleuren ontstaan;

Slide 11 - Diapositive

2.4 Kleuren maken
...................... van het zichtbare licht

Slide 12 - Diapositive

2.4 Kleuren maken
Spectrum van het zichtbare licht

Rood oranje geel groen blauw indigo en violet


De kleuren van de regenboog noem je het spectrum.


Slide 13 - Diapositive

2.4 Kleuren maken
Met een prisma (driehoekig stuk glas) kun je wit licht splitsen in verschillende kleuren. 


Het zonlicht bestaat uit alle kleuren van de regenboog.


Het kleurenspectrum

Slide 14 - Diapositive

2.4 Kleuren maken
Kleurfilters.


Kleurfilters laten één kleur 
licht door en absorberen de 
andere kleuren.


Kleurfilters zijn gekleurde 
plaatjes van doorzichtig 
materiaal.


Slide 15 - Diapositive

Een rood filter laat alleen rood licht door, alle andere kleuren worden door het filter geabsorbeerd.


2.4 Kleuren maken
Kleurfilters.


Slide 16 - Diapositive

2.4 Kleuren maken
Licht mengen


Bij het mengen van licht gebruik je de kleuren rood blauw en groen. (de RGB kleuren.)
Dit noem je de primaire kleuren


Rood en groen geeft geel.
Rood en blauw geeft magenta 
Blauw en groen geeft cyaan 
Blauw, groen en rood geeft wit

Slide 17 - Diapositive

2.4 Kleuren maken
Werking televisie

Opbouw beeldscherm

Slide 18 - Diapositive

2.4 Kleuren maken
verschillende patronen bij lcd schermen

Slide 19 - Diapositive

2.4 Kleuren maken
Verf mengen


De basiskleuren bij verf zijn:
Rood, blauw en geel.


Als je verf mengt wordt deze donkerder. Elke verfstof absorbeert een andere kleur, zodat er steeds minder wordt gereflecteerd. 



Rode verf mengen met groene verf wordt bruin. (bij licht wordt dit geel)

Slide 20 - Diapositive

2.4 Kleuren maken
Inkt mengen


De basiskleuren bij inkt mengen zijn:
Cyaan
Magenta
Geel
zwart

Slide 21 - Diapositive

Alle kleuren die een lichtbron uitstraalt noemt men ook wel een ..?
A
Bron - spectrum
B
Regenboog kleuren
C
Spectra
D
Kleuren-spectrum

Slide 22 - Quiz

Welke kleur licht laat een stukje blauw glas door?
A
alle kleuren
B
alle kleuren behalve blauw
C
alleen blauw
D
geen kleuren

Slide 23 - Quiz

Welke kleur hoort niet bij de zeven kleuren van de regenboog?
A
Rood
B
Groen
C
Paars
D
Violet

Slide 24 - Quiz

wat gebeurt er met de kleuren licht die niet door een filter worden doorgelaten?
A
deze worden door de filter weerkaatst
B
deze worden door de filter geabsorbeerd
C
deze worden omgezet in de kleur van het filter
D
er gebeurt niets mee

Slide 25 - Quiz

Met behulp van welk object kun je wit licht splitsen in alle kleuren van de regenboog?
A
Een spectrum
B
Een prisma
C
Een geodriehoek
D
Een kleurenfilter

Slide 26 - Quiz

Zonlicht is wit, maar bestaat uit verschillende kleuren. Welke kleuren zijn dat?
A
zwart en wit samen
B
rood, blauw en groen
C
rood, oranje, geel groen blauw, indigo en violet
D
cyaan, magenta, geel en zwart

Slide 27 - Quiz

Aan de slag!
Lezen §2.4 uit je boek

Maak de opgaven: 
§2.4 - 40, 42, 44, 45, 46

kies eventueel uit:
⨀ - route
✱ - route



Zs

Slide 28 - Diapositive

Aan de slag!
Lezen §2.4 uit je boek

Maak de opgaven: 
§2.4 - 40, 42, 44, 45, 46

kies eventueel uit:
⨀ - route
✱ - route



Zf

Slide 29 - Diapositive

Wat weten we al?

Slide 30 - Diapositive

Welke kleur licht wordt door een groen filter doorgelaten?
A
alleen rood
B
alle kleuren licht
C
alleen groen licht
D
groen en rood licht

Slide 31 - Quiz

Welke kleur licht wordt door een blauw filter doorgelaten?
A
geen licht
B
alle kleuren licht
C
alleen groen licht
D
alleen blauw licht

Slide 32 - Quiz

wat gebeurt er met de kleuren licht die niet door een filter worden doorgelaten?
A
deze worden door het filter weerkaatst
B
deze worden door het filter geabsorbeerd
C
deze krijgen de zelfde kleur als het filter

Slide 33 - Quiz

Welke kleur lijkt een voorwerp te hebben als er geen licht op schijnt?
A
wit
B
zwart
C
de kleur van het voorwerp

Slide 34 - Quiz

Je hebt een wit T-shirt aan met rode letters er op. Wat zie je als er alleen groen licht is?
A
wit T-shirt met groene letters
B
groen T-shirt met zwarte letters
C
hele T-shirt is groen
D
wit T-shirt met zwarte letters

Slide 35 - Quiz

Hans heeft een trui aan die in zonlicht blauw is.
I Een blauwe trui is een trui die vooral blauw licht absorbeert.
II Een blauwe trui is een trui die vooral blauw licht terugkaatst.

A
I en II zijn niet juist.
B
Alleen I is juist.
C
Alleen II is juist.
D
I en II zijn juist.

Slide 36 - Quiz

Je ligt op het strand. Waar wordt je bruin van?
A
alleen ultraviolet licht
B
alleen infrarood licht
C
zowel infrarood als ultraviolet licht
D
van alle kleuren

Slide 37 - Quiz

Een kamer heeft een blauwe muur. Er schijnt wit licht op de muur.
Welke kleur zie je?
A
wit
B
blauw
C
zwart
D
je ziet de muur niet

Slide 38 - Quiz

Een kamer heeft een blauwe muur. Het is helemaal donker in de kamer. Er is alleen een gele lamp aan. Welke kleur zie je?
A
wit
B
blauw
C
geel
D
zwart

Slide 39 - Quiz

Je hebt een wit T-shirt aan met rode letters er op. Wat zie je als er alleen rood licht is?
A
wit T-shirt met rode letters
B
hele T-shirt is wit
C
roos T-shirt met witte letters
D
hele T-shirt is rood

Slide 40 - Quiz

Welke kleuren licht moet je mengen om geel te krijgen?
A
Rood en groen
B
Groen en blauw
C
Rood en blauw
D
Rood, groen en blauw

Slide 41 - Quiz

Welke kleuren licht moet je mengen om wit te krijgen?
A
Rood en groen
B
Rood, Groen en Geel
C
Rood en blauw
D
Rood, groen en blauw

Slide 42 - Quiz

Je kijkt door een groene kleuren
filter naar een wit shirt met rode
letters. Wat zie je?
A
een groen shirt met groene letters
B
een groen shirt met zwarte letters
C
een groen shirt met rode letters
D
een wit shirt met zwarte letters

Slide 43 - Quiz

Welke kleuren licht moet je mengen om magenta te krijgen?
A
Rood en groen
B
Groen en blauw
C
Rood en blauw
D
Rood, groen en blauw

Slide 44 - Quiz

De kleuren van een televisie worden opgebouwd met de volgende kleuren
A
Rood, Groen, Geel
B
Cyaan, magenta en geel
C
Rood, blauw en geel
D
Rood, groen en blauw

Slide 45 - Quiz

Hoe noemen wij alle kleuren van de regenboog ook wel?
A
Spectrum
B
Plectrum
C
Spektakel
D
Prisma

Slide 46 - Quiz

De kleuren die bij een printer gebruikt worden zijn
A
Rood, Groen, Geel
B
Cyaan, magenta en geel
C
Rood, blauw en geel
D
Rood, groen en blauw

Slide 47 - Quiz

Kun je nu......?
  • uitleggen hoe een regenboog ontstaat;
  • aangeven uit welke kleuren de regenboog bestaat;
  • uitleggen wat een prisma met wit licht doet;
  • aangeven wat de primaire kleuren bij kleurmenging zijn;
  • benoemen welke kleuren ontstaan als je primaire kleuren mengt;
  • aangeven wat de basiskleuren bij verfmenging zijn;
  • benoemen welke kleuren ontstaan als je de basiskleuren mengt;
  • aangeven wat een filter doet met het licht dat erdoorheen gaat; 

Slide 48 - Diapositive

Ja, dat kan ik.
😒🙁😐🙂😃

Slide 49 - Sondage