Bijles 2.2 present continuous

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1

Welcome! 

Today's lesson goal: 

present continuous (inc negatives & questions)

"Aan het eind van deze les kan ik de present continuous toepassen in bevestigende, ontkennende en vragende zinnen."

What do you remember from the verb "to be"?

To be = zijn

Tegenwoordige tijd:

I am                                        

You are

He is / she is / it is

We are

You are

They are

Ik ben

jij bent

hij is / zij is / het is

wij zijn

jullie zijn

zij zijn

Present continuous

Altijd 3 stappen:

1 = to be (dus: am, is of are)

2 = werkwoord

3 = ing

Voor iets wat je NU aan het doen 

bent. 

We are wachting the press conference right now.

Please call back later, at the moment we are having dinner.

He usually goes to school by bike but today he is taking the bus.

John _____ (to play) football at the moment.

Look! Mandy and Susan ____ (to watch) a movie on TV.

How ___ you ___ (to do)?

___ he ___ (to go) home?

Mark ___ not ____ (to listen) to the teacher.

Ben je in staat om de Present Continuous toe te passen?

1. Ja, en ik snap ook wanneer.
2. Ik snap de vorm, maar ik weet niet precies wanneer ik deze moet gebruiken.
3. Ik weet alleen het werkwoord "to be".
4. Het is mij nog geheel onduidelijk.

Als je nog vragen hebt, schrijf ze hier dan op.