M3 Het hormoonstelsel

Hier zie je de ligging van enkele hormoonklieren
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Hier zie je de ligging van enkele hormoonklieren

Slide 1 - Diapositive

Regelen van groei en ontwikkeling
Hypofyse
Schildklier

Slide 2 - Diapositive

De hypofyse
De hypofyse produceert 
groeihormoon dat botten laat
groeien (groeispurt). 

Produceert ook hormonen
die andere hormoonklieren
aan het werk zet.

Slide 3 - Diapositive

De schildklier
wordt aan het werk gezet door hormoon
van de hypofyse.

Hij produceert schildklierhormoon
dat stofwisseling, groei en ontwikkeling
beïnvloedt.
strottenhoofd
schildklier
luchtpijp

Slide 4 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans
Maken hormonen (insuline + glucagon) die samen het glucosegehalte van het bloed regelen.

insuline: zet een teveel aan glucose in het bloed om in glycogeen 
(= opgeslagen suiker in lever en spieren)
glucagon: zet glycogeen om in glucose


Slide 5 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans
Maken hormonen (insuline + glucagon) die samen het glucosegehalte van het bloed regelen.

insuline: zet een teveel aan glucose in het bloed om in glycogeen 
(= opgeslagen suiker in lever en spieren)
glucagon: zet glycogeen om in glucose


Slide 6 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans
Maken hormonen (insuline + glucagon) die samen het glucosegehalte van het bloed regelen.

insuline: zet een teveel aan glucose in het bloed om in glycogeen 
(= opgeslagen suiker in lever en spieren)
glucagon: zet glycogeen om in glucose


Slide 7 - Diapositive

Bijnieren 
Bijnieren maken (bij schrik, angst, agressie) adrenaline dat snel glycogeen omzet in glucose.
Het heeft dus een vergelijkbare werking als glucagon, maar dan op momenten dat het supersnel nodig is.

Slide 8 - Diapositive

Geslachtsklieren
Geslachtsklieren (eierstok, zaadbal) maken vanaf de puberteit
geslachtshormonen die de secundaire geslachtskenmerken
veroorzaken (uiterlijk en gedrag veranderen)

Slide 9 - Diapositive

Welke hormoonklier is ontregeld als iemand dwerg- of reuzengroei heeft?
A
geslachtsklieren
B
Eilandjes van Langerhans
C
Hypofyse
D
Schildklier

Slide 10 - Quiz

Welke hormoonklier is ontregelt als je het extreem koud hebt en moe bent?
A
Geslachtsklier
B
Eilandjes van Langerhans
C
Hypofyse
D
Schildklier

Slide 11 - Quiz

Wanneer moet iemand met diabetes insuline bijspuiten?
A
Als het suikergehalte in het bloed te hoog is (hyper)
B
Als het suikergehalte in het bloed te laag is (hypo)
C
Als hij heel veel snoepjes heeft gegeten
D
Als hij niet heeft ontbeten

Slide 12 - Quiz

Als je je een beetje flauwtjes/trillerig voelt gaat een hormoon aan de slag. Welke?
A
Insuline
B
Glucagon
C
Glucose
D
Glycogeen

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo