99. Deel 7b, blok 2, week 3 Minimumtoets

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 7

187,05 + 544,89 = ?

opgave 1

Ik kan meerdere kommagetallen bij elkaar optellen.

449,41 + 35,45 + 5,37 = ?

opgave 2

Ik ken de 10% regel en kan uitrekenen hoeveel korting ik krijg of hoeveel ik nog moet betalen.

De jas kost 200 euro. Je krijgt 5% korting. Hoeveel euro is de korting?

1. 190 euro
2. 90 euro
3. 10 euro
4. 110 euro

120 euro 10% korting
Hoeveel euro korting krijg je?

1. 120 euro
2. 0,12 euro
3. 12 euro
4. 20 euro

Je koopt een broek met 10% korting,
de prijs was: 29,90 wat moet je nu betalen?

1. 27,91
2. 26,91
3. 26,90
4. 27,90

Een jas van €80 met 20% korting. Hoeveel korting krijg ik? en hoeveel moet ik nog betalen?

1. €30 korting €50 betalen
2. €18 korting €64 betalen
3. €16 korting €63 betalen
4. €16 korting €64 betalen

LESDOEL

Ik kan miljoenen uitspreken en opschrijven, in getallen en in kommagetallen.

1,8 miljoen

1 800 000

Schrijf dit getal in cijfers!

Schrijf dit getal in cijfers!

Welk getal staat hier.

1 decimaal na de komma

........ miljoen

Welk getal staat hier.

2 decimalen na de komma

........ miljoen

Wat is goed?
In Amsterdam wonen ongeveer
900 000 mensen.

1. 9 miljoen
2. 0,9 miljoen

Wat staat hier?

0,25 miljoen

1. 250 000
2. 2 500 000
3. 25 000
4. 2 500

Wat is goed?

1 010 000

1. 1,1 miljoen
2. 1,01 miljoen
3. 1,001 miljoen
4. 1,001 miljoen

aan het werk

REKENEN

 Deel 7b, blok 2, week 3
Minimumtoets