vaardighedenopdracht havo 4

VAARDIGHEDENOPDRACHT
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

VAARDIGHEDENOPDRACHT

Slide 1 - Diapositive

Primair of secundair? Kleitablet met Soemerisch schrift.

Slide 2 - Question ouverte

Primair of secundair? De vimose kam uit Denemarken uit 2e eeuw.

Slide 3 - Question ouverte

Primair of secundair? Schoolplaat van Isings over jagers en boeren.

Slide 4 - Question ouverte

Tijdvak 1
Jagers en boeren
Prehistorie
tot 3000 v.C.
nomaden
ontstaan landbouw
Steden & staten

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

geschreven & ongeschreven bronnen
-geschreven: bronnen met tekst
- ongeschreven: bronnen zonder tekst

Slide 7 - Diapositive

Stel: je wilt onderzoek doen naar de manier waarop de mensen zo'n 30.000 jaar geleden in Egypte met hun doden omgingen.
Welke bron(nen) zou je niet (kunnen) gebruiken?
A
gesproken bronnen
B
gebouwen
C
beeldbronnen
D
bewegende beeldbronnen

Slide 8 - Quiz

maken
- Maak opdracht 3 op blz. 7 en 8
- lees les 2: politieke, economische, culturele en sociale geschiedenis

Slide 9 - Diapositive

verschillende disciplines 
- economisch
- politiek
- sociaal 
- cultureel
...? meerdere ...? 

Slide 10 - Diapositive

Oude Egypte
- 3.300 v.C. tot 332 v.C.
- Beeldschrift
- Einde Prehistorie
- Leven na de dood
- Sociale ongelijkheid
- Klassieke cultuur? 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

maken van les 2
Opdracht 1 t/m 3

Slide 13 - Diapositive

Tijdvak 2
Grieken en Romeinen
3000 v.C. - 500 
Oudheid
Stadstaten
Democratie 
Filosofie & wetenschap

Slide 14 - Diapositive

Lezen les 3
- Continuïteit
- Verandering

Opdracht: jullie krijgen een clip te zien over de Oude Grieken. Noteer 1 voorbeeld van een verandering
Noteer 1 voorbeeld van continuïteit 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Maken
Les 3:
- Maak opdracht 1: hiervoor krijg je 5 minuten
- Met je buurman/vrouw bespreek je opdracht 1 na
- Maak nu opdracht 2 t/m 4

Slide 17 - Diapositive

Tijdvak 2
Grieken en Romeinen
3000 v.C. - 500 
Oudheid
Groei Romeinse imperium
      - republiek 509 v.C.
      - keizerrijk 27 v.C. - 476
      - Oost-Romeinse rijk 1453


Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Betrouwbaarheid van bronnen
Stap 1: bepaal de soort bron
- geschreven/ongeschreven
- doel bron (privé/publiek)
stap 2: wanneer is de bron gemaakt?
- uit de tijd zelf of later?
Stap 3: informatie over de maker
- wie is de maker?
- welk doel heeft de maker? 
- waar heeft de maker zijn informatie vandaan?
stap 4: klopt de inhoud van de bron?
- feiten, meningen, vooroordelen, tegenstrijdigheden met andere bronnen?

Slide 21 - Diapositive

Examenvraag betrouwbaarheid bron
Stel: je gebruikt de afbeelding op deze sarcofaag om de strijd tussen
Romeinen en Goten te beschrijven.

2p  Leg uit waarom je twijfelt aan de betrouwbaarheid van de informatie uit
deze bron. 

Slide 22 - Diapositive

Antwoord
maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:
Omdat de afbeelding op de sarcofaag is gemaakt voor een (gesneuvelde)
Romeinse generaal kun je twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze
bron, omdat de afbeelding op de sarcofaag waarschijnlijk dient om de
kracht van de Romeinen/de generaal naar voren te brengen / de generaal
triomferend weergeeft (terwijl hij gesneuveld is)

Slide 23 - Diapositive

Opdrachten maken
- Opdracht 1 van les 4 maken we klassikaal
opdracht 2 t/m 4 zelfstandig

Slide 24 - Diapositive

Tijdvak 3
Monniken en Ridders
Vroege Middeleeuwen
500-1000
Frankische Rijk
landbouwsamenleving
Verspreiding christendom & opkomst islam (7e eeuw)

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

les 5: causaliteit
oorzaak:                                               de reden waarom iets gebeurt                                                                                                    (speelt vaak al langer)
aanleiding:                                          de directe reden 
gevolg:                                                  de reactie op een gebeurtenis
direct gevolg:                                     treedt meteen op 
gevolg op lange termijn:               treedt vaak later op/duurt langer
onbedoeld gevolg:                          gevolg waar je niet bij stilstaat
 bedoeld gevolg:                               iets dat voorzien is

Slide 27 - Diapositive

maken
Les 5 opdracht 1 t/m 3
klaar?
Nakijken van de opdrachten

Slide 28 - Diapositive

Tijdvak 4
Steden en staten
1000-1500
Late Middeleeuwen
landbouwstedelijke samenleving
Steden & stadsrechten
Ontstaan staten 

Slide 29 - Diapositive

les 6: representativiteit
--> Is de bron vertegenwoordigend? Volg onderstaand stappenplan:
- waarvoor wil je de bron gebruiken (welke onderzoeksvraag)?
- lees de bron en stel de vragen:
        # Wie heeft de bron gemaakt?
        # Waar gaat de bron over?
        # Wat weet je al over de gebeurtenis? 
        # Voor hoeveel mensen geldt de bron? 
! Algemeen geldend: hoe unieker de bron, des te minder representatief.  

Slide 30 - Diapositive

Les 7: bruikbaarheid bron
--> Is de bron geschikt voor een bepaald doel? Volg het stappenplan:

# Geeft de bron info over het onderwerp waar je onderzoek naar doet?
# Is de bron betrouwbaar? (stappenplan, zie les 4)
# Is de bron representatief? (stappenplan, zie les 6)

Op basis van bovenstaande kun je de bruikbaarheid vaststellen. 

Slide 31 - Diapositive

examenvraag
Voor onderzoek naar de misdragingen van het Duitse leger in de
Sovjet-Unie worden vaak brieven van Duitse soldaten aan hun
familieleden gebruikt.

2p Noem twee redenen om te twijfelen aan de bruikbaarheid van de
soldatenbrieven als bronnen voor onderzoek naar de misdragingen van
het leger. 

Slide 32 - Diapositive

Antwoord
Voorbeeld van een juist antwoord is: Je kunt twijfelen aan de bruikbaarheid van de brieven als bron over de misdragingen van het Duitse leger omdat (twee van de volgende):
− soldaten gruwelijke details achterhouden (om hun familieleden te
sparen / uit schaamte over hun eigen daden).

− de legerleiding (soms) brieven censureert / informatie als geheim  bestempelt.

− soldaten niet op de hoogte zijn van alle misdragingen van het hele leger.

per juiste reden 1 pt

Slide 33 - Diapositive

Les 6 en 7
Maak nu alle opdrachten van les 6 en 7 
Klaar? Bestudeer de historische vaardigheden van les 1 t/m 7. De volgende keer maak je een oefentoets. 

Slide 34 - Diapositive