Hoofdstuk 5 paragraaf 1 Van bondgenoten naar vijanden.

5.1. Van bondgenoten naar vijanden
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.1. Van bondgenoten naar vijanden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
- Je kan uitleggen wat de belangrijkste verschillen zijn tussen kapitalisme en communisme
- Je kan uitleggen wat er met Europa gebeurde na de WO II

Slide 3 - Diapositive

Historische personen 5.1 
Stalin
Leider Sovjet-Unie tijdens WO2
Roosevelt
Amerikaanse president tijdens WO2
Churchill
Britse minister-president tijdens WO2

Slide 4 - Diapositive

Democratie
Dictatuur
Communisme
kapitalisme
vrijhandel
planeconomie

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Vidéo

Kapitalisme

- Niet iedereen is gelijk
- Er zijn privébezittingen
- Vrijemarkteconomie
- Burgers hebben grondrechten

(West-Europa + Verenigde Staten)
Communisme

- Iedereen is gelijk
- Alles is in bezit van de staat
- Planeconomie
- De overheid bepaalt alles


(Oost-Europa +Sovjet-Unie)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Verenigde Staten

  • Democratie

  • Kapitalisme

  • Vrijheid

  • Grote verschillen (arm/rijk, blank/zwart)

Slide 9 - Diapositive

Sovjet-Unie

  • Dictatuur

  • Communisme

  • Onderdrukking

  • Gelijkheid, soms dan...

Slide 10 - Diapositive

Van bondgenoot naar vijand - I
- Tijdens WOII ontmoeten de Grote Drie elkaar veel.

- Twee belangrijke bijeenkomsten van de Grote 3:
  1. Conferentie van Jalta (februari 1945)
  2. Conferentie van Potsdam (augustus 1945)

Slide 11 - Diapositive

Waarom is de conferentie van Jalta bijzonder (kijkend naar de spanningen tijdens de Koude Oorlog?)
Franklin Delano Roosevelt
President van de Verenigde Staten
Jozef Stalin
Leider van de Sovjet-Unie
Winston Churchill
Minister-President van Groot-Brittannië

Slide 12 - Diapositive

Waarom is de conferentie van Jalta bijzonder (kijkend naar de spanningen tijdens de Koude Oorlog?)

Slide 13 - Question ouverte

Van bondgenoot naar vijand - II
Van bondgenoot naar vijand - II
Conferentie van Jalta
- Hoe de oorlog zo snel mogelijk kon eindigen

- Hoe het na de oorlog verder moest met Europa

- Delen van Polen werden toegevoegd aan de Sovjet-Unie


Conferentie van Potsdam
- Verdeling Duitsland
  • 4 bezettingszones
  • Duitsland moest weer een democratie worden.

- Oorlogsmisdadigers oppakken en straffen

Slide 14 - Diapositive

Verdeling van Duitsland

  • Vier bezettingszones onder leiding van: Frankrijk, Engeland, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten

  • Ook Berlijn wordt in 4 zones verdeeld, Berlijn ligt in de Russische zone!

  • Reizen tussen bezettingszones is  (nog) geen probleem

Slide 15 - Diapositive

Van bondgenoot naar vijand - III
- De Sovjet-Unie heeft nooit de intentie gehad om van Duitsland een democratie te maken.

- Er ontstond zoveel wantrouwen, dat de Koude Oorlog een feit was.

Slide 16 - Diapositive

Einde les: Wat zijn de belangrijkste afspraken uit de conferentie van Jalta en Potsdam?

Slide 17 - Question ouverte

Noem de leiders van de invloedsferen tijdens de Koude Oorlog en noem minimaal 2 landen in deze invloedsferen.

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Vidéo

Een verdeeld Europa
- Ook Europa raakte verdeeld in twee delen:
  • Oost-Europa: communistisch/ dictatuur/ geen vrijheid van meningsuiting/ planeconomie
  • West-Europa: kapitalistisch

- Zo raakte Europa verdeeld in twee invloedssferen

Slide 20 - Diapositive

Invloedsfeer
Na 1945 ontstonden in Europa twee vijandige invloedssferen: gebieden waar landen invloed op hebben.
  1. Amerikaanse invloedsfeer.
  2. Sovjetinvloedsfeer.
 

Slide 21 - Diapositive

Amerikaanse invloedsfeer
 
Landen die door VS waren bevrijd en democratisch waren (West-Europese landen en het westen van Duitsland)


Sovjetinvloedsfeer

Landen die door de Sovjet-Unie waren bevrijd en communistisch werden (Oost-Europese landen en het oosten van Duitsland)

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Leg uit hoe werd bepaald welke landen in welke invloedsferen lagen.

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Vidéo

Koude Oorlog
  • 1945 - 1989
  • Het is nooit tot een echte oorlog gekomen -> er waren spanningen tussen het Oost- en Westblok
  • De VS en de Sovjet-Unie waren na de Tweede Wereldoorlog de twee sterkste landen.
  • Hun ideeën verschilden: kapitalisme / communisme

Slide 26 - Diapositive

Containment
  • Containment betekent insluiting.
  •  De VS wilden met containmentpolitiek het communisme indammen. 
  • Een voorbeeld van containmentpolitiek is de Marshallhulp die Europa welvarend maakte. 

Slide 27 - Diapositive

Leg uit wat containment was.

Slide 28 - Question ouverte

IJzeren Gordijn
  • Grens tussen het Oostblok en het Westblok tijdens de Koude Oorlog.
  • Beiden wilden niet dat mensen ideeën van de ander over zouden nemen. 
  • Daarom probeerden ze hun eigen land te beschermen tegen de invloed van de vijand.

Slide 29 - Diapositive

Welke bondgenootschappen horen bij elke invloesfeer

Slide 30 - Question ouverte

Militaire bondgenootschappen
NAVO- Verenigde Staten
  • In 1949 oprichting van de NAVO. militair bondgenootschap van de VS, Canada, Turkije en Europese landen.
  • NAVO:  Noord-Atlantische Verdragsorganisatie,

Warschaupact - Sovjet-Unie
  • In 1955 oprichting van het Warschaupact: militair bondgenootschap onder leiding van de Sovjet-Unie.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Communisme
Kapitalisme

Slide 33 - Question de remorquage

Belangrijke begrippen 5.1
Invloedsfeer: gebied waar een land invloed heeft. 
Containmentpolitiek: Amerikaanse politiek in de Koude Oorlog om verspreiding van het communisme te voorkomen. 
Koude Oorlog: Vijandschap tussen de Sovjet-Unie + bondgenoten en VS + bondgenoten.
IJzeren Gordijn: ondoordringbare grens tussen Oost- en West-Europa tijdens de Koude Oorlog. 
NAVO: militair bondgenootschap VS, Europa, Canada en Turkije. 
Warschaupact: militair bondgenootschap onder leiding van de Sovjet-Unie.

Slide 34 - Diapositive

De Koude Oorlog heet de Koude Oorlog omdat...
A
Het ijzig koud was in 1945 en daarna
B
Na de hete Tweede Wereldoorlog de verhoudingen tussen de SU en de VS sterk verbeterden
C
Er geen directe militaire confrontatie tussen de VS en de SU ontstond

Slide 35 - Quiz

Wat is het doel van de containment-politiek?
A
Hulp geven aan de communistische landen.
B
Het indammen van de communistische invloed in de wereld.
C
Financiële en militaire hulp bieden aan Europa.
D
Het vernietigen van de communisten.

Slide 36 - Quiz

De koude oorlog

Slide 37 - Carte mentale

Communisme of kapitalisme?
communisme
kapitalisme
gelijkheid
individualisme
BRD
NAVO
DDR
Hongarije
China
Nederland

Slide 38 - Question de remorquage

Wanneer was de Conferentie van Jalta?
A
februari 1944
B
februari 1945
C
augustus 1945
D
mei 1945

Slide 39 - Quiz

Wat werd er NIET afgesproken op de conferentie van Potsdam?
A
Verdeling Duitsland in vier zones
B
Verdeling Duitsland in Oost en West
C
Denazificatie van Duitsland
D
Democratisering van Duitsland

Slide 40 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen kapitalisme en communisme.

Slide 41 - Question ouverte

Leg uit waarom deze lessenreeks van bondgenoot tot vijand heet.

Slide 42 - Question ouverte

Sovjet-Unie
Verenigde Staten
West-Europa
Oost-Europa
Communistisch
Kapitalistisch

Slide 43 - Question de remorquage

Wie liet het IJzeren Gordijn bouwen?
A
Verenigde Staten
B
Sovjet-Unie

Slide 44 - Quiz

Wat is het IJzeren Gordijn?
A
De grens tussen het Westen en het Oostblok
B
De grens tussen Noord- en Zuid-Europa
C
De grens tussen West- en Zuid-Europa
D
De grens tussen de S.U. en de rest van Europa

Slide 45 - Quiz

Tekst
Westblok
Oostblok
NAVO
Communisme
Warschaupact
Kapitalisme
Dictatuur
vrijheid

Slide 46 - Question de remorquage

In welk tijdvak valt de Koude Oorlog?
A
tijd van wereldoorlogen
B
tijd van televisie en computers
C
tijd van koude oorlogen
D
tijd van oorlog en onderkoeling

Slide 47 - Quiz

Huiswerk
  1. Maken paragraaf 5.1. 
  2. Leren leerdoelen 5.1.  

Slide 48 - Diapositive