4.4 Vergelijkingen en ongelijkheden

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 4

Huiswerk:
Opgaven maken ging ....

1. Goed
2. Deels
3. Ik snapte er niks van
4. Ik heb het niet gemaakt

Herleid en geef de groeifactor en beginhoeveelheid.

f(x)=2​2x−3​​

Aantekening: 4.3 Herleid

Herleid tot de vorm:

Gebruik de volgende regels:

Opgave 23+26+27

Exit vraag

Hoofdstuk 4

4.3 Herleiden

Leerdoel 7

Leerdoel behaald deze les?

Pas bolletje 1 aan, in de planner, indien het veranderd is.
(+, +/-, -)

1. +
2. +/-
3. -

Hoofdstuk 4

4.4 Vergelijkingen en ongelijkheden oplossen

Leerdoel 8+9

Los de vergelijking op:

2​x​​=8

Los de vergelijking op:

4⋅3​x​​=36

Los de vergelijking op:

2​2x+1​​=8

4.4 Vergelijkingen en ongelijkheden

4.4 Vergelijkingen en ongelijkheden

Een vergelijking los je exact op zoals in de vorige sheet staat.

Als de grondtallen niet hetzelfde zijn kan het niet exact en pak je je GR.

Ongelijkheden:

Maak er een vergelijking van en los deze op(zie hierboven). Daarna maak een plot in de GR en los de ongelijkheid op.

4.4 Vergelijkingen en ongelijkheden

Voordoen:

Hoofdstuk 4

4.4 Vergelijkingen en ongelijkheden oplossen

Leerdoel 8+9

Aantekening: 4.4 Vergelijkingen en ongelijkheden

Vergelijking oplossen:

Zijn de grondtallen niet gelijk, dan kan het niet exact.

Ongelijkheid: maak er een vergelijking van en plot de grafiek.

Opgave 31+32+34

Hoofdstuk 4

4.4 Vergelijkingen en ongelijkheden oplossen

Leerdoel 8+9