3.1 Krachten herkennen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

H3 Krachten

Wat gaan we doen vandaag?

• Voorkennis toets online
• Afwisselend uitleg en opdrachten van 1.4
• Afsluiten

Wat weet je al?

Maak online de voorkennistoets

Klaar?

Start met het lezen en maken van 4.1

Lesdoelen

Je kunt de effecten van een kracht benoemen.

Je kunt verschillende soorten krachten herkennen.

Je kunt de werking en toepassing van verschillende soorten krachten beschrijven.

De effecten van een kracht

Krachten kan je niet zien, maar de gevolgen ervan wel. 

Krachten herken je aan de drie effecten die ze kunnen hebben:

• de snelheid verandert 
• de richting van een voorwerp verandert
  
• de vorm van een voorwerp verandert

De snelheid veranderd

Richting van het voorwerp veranderd

De vorm van het voorwerp veranderd

Hier zie je een effect van spierkracht.

Welk effect op de kogel?

1. de vorm verandert
2. de grootte van de snelheid verandert
3. De richting van de snelheid verandert

Hier zie je een effect van spierkracht.

Welk effect op het blokhout?

1. de vorm verandert
2. de grootte van de snelheid verandert
3. De richting van de snelheid verandert

Soorten krachten

Spierkracht

Veerkracht

Spankracht

Zwaartekracht

Magnetische kracht

Spierkracht, F_spier

De spierkracht is de kracht die je met je spieren uitoefent. Bij voetballen geeft de spierkracht de bal een snelheid. Een zeiler gebruikt zijn spierkracht om het zeil op te hijsen.

Veerkracht, F_v

De veerkracht is de kracht die een gespannen veer of elastiek uitoefent. Een katapult schiet een steentje weg door de veerkracht. 

Spankracht, F_s

Wanneer jij aan een touw trekt komt het touw strak te staan. Je kunt wel harder trekken, maar het touw trekt net zo hard terug. In het touw heb je een spankracht

Zwaartekracht, F_z

De zwaartekracht is de kracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. Door de zwaartekracht valt alles naar beneden.

Magnetische kracht, F_m

Wanneer je twee verschillende polen van een magneet bij elkaar houdt trekken ze elkaar aan en twee dezelfde polen stoten elkaar af.

Spankracht

1. in een veer
2. in een kabel
3. in een touw
4. van een ondergrond

Iemand in de sportschool tilt een zware halter op. Welke kracht gebruikt hij?

1. veerkracht
2. spierkracht
3. magnetische kracht

Wat voor kracht
wordt gebruikt?

1. Spierkracht
2. Veerkracht
3. Zwaartekracht
4. Magnetische kracht

Welke krachten werken er in dit plaatje? (meerdere antwoorden mogelijk)

1. Spierkracht
2. Zwaartekracht
3. Spankracht
4. Magnetische kracht

Je probeert 2 magneten tegen elkaar te duwen maar dat lukt niet. Welke kracht is hier het grootst?

1. spierkracht
2. magnetische kracht