Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
¡Buen viaje!
Clase 3
Slide 1 - Diapositive
La planificación de hoy
Diez minutos: Introducción
Cinco minutos: Vocabulario
Quince minutos: trappen van vergelijking
Treinta minutos: Landenpresentatie
Diez minutos: evaluación
Slide 2 - Diapositive
Comprobar los deberes
Los deberes fueron:
- Voc. p.15 ej. 1: betrekkelijk voornaamwoord
- Voc. p.35 ej. 2: betrekkelijk voornaamwoord
- Voc. P. 33 ej. 1: geografische namen/zinsopbouw
- Ik kom langs om te controleren of je het hebt gemaakt. Zorg dat dit makkelijk en snel kan. Ben ik al bij je geweest of moet ik nog bij je langs? Leer dan de frases clave in stilte.
Slide 3 - Diapositive
Trappen van vergelijking
Stellende trap: Jan is net zo groot als Ana.
Juan es tan grande como Ana
Vergrotende trap: Jan is groter dan Ana.
Juan es más grande que Ana
OF Jan is minder groot dan Ana.
Juan es menos grande que Ana
Overtreffende trap: Jan is de grootste.
Juan es el más grande.
Dus: welke Spaanse woorden gebruik je hiervoor?
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Deze hoef je alleen passief te kennen, niet zelf te maken
Slide 7 - Diapositive
10m - GRAM: TRAPPEN VAN VERGELIJKING
Maak voc. p.16-17, oef 27abc + 28a (b mag ook)
Tip:
Gebruik gram nr. 15a + 15b
LET OP: er zijn uitzonderingen!
timer
10:00
Slide 8 - Diapositive
Info - PO: Landenopdracht
Un minuto: Je krijgt een papiertje met daarop een land. Zoek de persoon met hetzelfde land en ga naast hem/haar zitten.
quince minutos: Maak in tweetallen een ‘blauwe kaart’ over jullie land. Het voorbeeld staat in TB p.81., oefening 2A. Gebruik internet om informatie te vinden. Maak daarna het vraaggesprek ‘frases clave p.6’: Noteer de 12 vragen in het Spaans en beantwoord ze in het Spaans voor jouw land. Dit wordt onderdeel van je presentatie.
Wanneer worden de landenpresentaties gehouden: 28 mei