Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Godsbeelden
Les 1: introductie
Periode 4
vwo-5
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel en lesopbouw
Kennen: het onderwerp voor komende periode
Kunnen: meedoen met stellingen
God: een definitie (woordweb)
Video + open vragen
Uitleg: deze periode
Opdracht uit werkboek
Reflectie: wat weten we nu?
Slide 2 - Diapositive
God: een definitie
Slide 3 - Carte mentale
Kijkvragen
We kijken zometeen een video met een bepaalde argumentatie voor het bestaan van God.
Kijkopdracht:
Leg aan je buurvrouw of buurman na de video uit wat het argument was.
Leg aan je buurvrouw of buurman uit of je vindt dat je argumentatie klopt / geldig is.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Leg aan je buurvrouw of buurman na de video uit wat het argument was.
Slide 6 - Question ouverte
Kijkvragen
We kijken zometeen weer een video met een bepaalde argumentatie voor het bestaan van God.
Kijkvraag:
Wat is hier het precieze argument dat wijst naar het mogelijke bestaan van God?
Slide 7 - Diapositive
Leg aan je buurvrouw of buurman uit of je vindt dat je argumentatie klopt / geldig is.
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Vidéo
Wat is hier het precieze argument dat wijst naar het mogelijke bestaan van God?
Slide 10 - Question ouverte
Godsbeelden
Op levensbeschouwelijke vragen bestaan geen definitieve of 'kloppende' antwoorden, en dat geldt net zo hard voor de vraag of God bestaat.
Hoewel het bestaan en niet-bestaan van God beide niet bewezen kan worden, wil dat niet zeggen dat het een zuivere gevoelskwestie is.
Het debat leent zich nog steeds voor rationele argumentatie, maar dan gericht op de aannemelijkheid van bestaan of niet-bestaan.
Met argumenten kun je aannemelijk maken dat het rationeel is om in God te geloven (of juist niet).
Slide 11 - Diapositive
Godsbeelden
God werd in voor de Verlichting als vanzelfsprekend aangenomen. De slimmere of wijzere personen konden hem met het verstand of de rede beredeneren.
Voor het gewone volk was het heilige geschrift met goddelijke openbaringen voldoende (Bijbel, Koran).
Via redeneringen zoals Anselmus van Canterbury (ontologisch godsbewijs) of het eerste beweger-argument van Thomas van Aquino, werd het bestaan van God ook verstandelijk 'bewezen'.
Slide 12 - Diapositive
Toetsing
Praktische opdracht (PO) over godsbeelden
TM7 (toetsweek 4): proefwerk, toetsstof: leerboek Wegen naar Wijsheid 4A, hoofdstuk 2, blz. 22 t/m 41
Slide 13 - Diapositive
Werkboek
Er is ook een werkboek (Word-bestand). Deze staat op Magister > ELO > Studiewijzer.
Hierin staan opdrachten die gaan over de behandelde stof.
Soms geef ik hieruit opdrachten tijdens de les.
De opdrachten uit het werkboek bereiden je goed voor op de toets. Het type vraagstelling komt overeen.
Slide 14 - Diapositive
Zelfstandige opdracht
Bekijk deze video zelfstandig met je oortjes in over Bertrand Russell en beantwoord de volgende vraag:
leg in je eigen woorden uit waar zijn theepot-argument op neerkomt.
timer
5:00
Slide 15 - Diapositive
Leg in je eigen woorden waar Russells theepot-argument op neerkomt.
Slide 16 - Question ouverte
Reflectie: wat weten we nu?
We weten nu welk onderwerp we gaan behandelen deze periode (godsbeelden).
We weten nu op welke manier dit getoetst zal worden (PO, proefwerk in toetsweek 4 (TM7)).
We weten nu dat er een werkboek is met opdrachten. Deze bereiden jullie goed voor op de toets.