Voltooid betekent: het is al gebeurd. Dan staat er dus altijd een werkwoord in de zin als: "is" of "zijn" of "heeft".
Voorbeeld: is gelopen, heeft gesneeuwd, zijn gegaan.
Tegenwoordig deelwoord: het gebeurt op dit moment.
"De leerlingen kijken afwachtend naar de docent".
Hele werkwoord + d