3.5 spelling klas 3

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Voltooid deelwoord

Slide 2 - Carte mentale

voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord  - zwakke werkwoorden

--> eindigt op -d of -t.

  • Ik heb een voldoende voor Nederlands gehaald.
  • Zij heeft het cadeau ingepakt.

-d of -t op het eind? -->

  • Maak het voltooid deelwoord langer
  • Gebruik 't kofschip X

Slide 3 - Diapositive

Voltooid deelwoord - sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen van klank en je schrijft ze zoals je ze hoort.  


Voorbeeld:
De spullen zijn gekocht.
Hij heeft van het feest genoten.


Slide 4 - Diapositive

Wat is geen voltooid deelwoord?
A
geslapen
B
geweest
C
blijven
D
gegeten

Slide 5 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord
A
gefietst
B
fietsen
C
fietsten

Slide 6 - Quiz

Tegenwoordig/onvoltooid deelwoord

Slide 7 - Carte mentale

Tegenwoordig deelwoord
Een tegenwoordig deelwoord of onvoltooid deelwoord geeft een handeling aan die nog niet voltooid ( klaar is).

Je schrijft het tegenwoordig deelwoord: 
  • infinitief ( hele werkwoord ) + d
  • bijvoorbeeld: etend, lachend

Slide 8 - Diapositive

Hoe schrijf je een tegenwoordig deelwoord?
A
Stam + t
B
Stam + d
C
Hele werkwoord + d
D
Dat hangt van de laatste letter van de stam af.

Slide 9 - Quiz

Wat is het tegenwoordig deelwoord van 'juichen'?
A
gejuicht
B
gejuichd
C
juichend
D
juichent

Slide 10 - Quiz

HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je ook met een hoofdletter. 
  • Merknamen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
  • Aan het begin van een citaat.

Slide 11 - Diapositive

Hoofdletter bij namen van personen
Wanneer er voor het tussenvoegsel geen voornaam of voorletter wordt genoemd, krijgt het tussenvoegsel wel een hoofdletter.
  • meneer De Vries
Bij een tweede achternaam krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter.
  • mevrouw Van de Ven - de Vries 

Slide 12 - Diapositive

Geen hoofdletter
Bij een windstreek gebruik je geen hoofdletter.
  • Er komt vandaag een noordelijke wind.

Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je wel een hoofdletter.
  • Noordelijke IJszee
  • Zuid-Amerika

Slide 13 - Diapositive

Schrijf geen hoofdletter:
- als de zin begint met een cijfer:
50 meisjes deden mee.

- als een zin begint met een apostrof:
's Nachts slaap ik. 

Slide 14 - Diapositive

Schrijf geen hoofdletter:

- als de verwijzing naar een eigennaam of aardrijkskundige naam niet meer duidelijk is:
Mijn opa heeft alzheimer. Hij draagt soms in de winter een bermuda.

- bij afleidingen van of samenstellingen met feestdagen:
Tijdens de kerstdagen zoeken we geen paaseieren.

Slide 15 - Diapositive

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Ameland
B
ameland

Slide 16 - Quiz

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen

Slide 17 - Quiz

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau

Slide 18 - Quiz



Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
december
B
December

Slide 19 - Quiz

Aan de slag
Opdracht 6
Blz. 122

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag
Opdracht 7
Blz. 122

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive