Uitleg les 2 werkwoordspelling 3b2

Welkom bij Nederlands
Socialiseren.
Telefoon in de koffer
Jas op de kapstok

Neem plaats
Pak je laptop en je 
blauwe map. 
timer
5:00
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands
Socialiseren.
Telefoon in de koffer
Jas op de kapstok

Neem plaats
Pak je laptop en je 
blauwe map. 
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesopbouw
  • Werkwoordspelling - P.T.A. kolom 311 - weging 2
  • Korte instructie
  • Zelfstandig werken
  • Verlengde instructie (je doet mee met de uitleg en de quiz)


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Werkwoordspelling

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vormen
Persoonsvorm tegenwoordige tijd 

Persoonsvorm verleden tijd 

Voltooid deelwoord 

Onvoltooid deelwoord 

Bijvoeglijk naamwoord

 


PVTT

PVVT

VD

OD

BNW


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk het volgende filmpje

Werkwoordspelling

-

De ultieme uitleg

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken
Je pakt een boekje en je gaat zelfstandig aan het werk of je doet mee met de verlengde instructie.
Je hebt hierna  nog twee lessen om
te trainen. Les 5 (of eerder) moet de 
toets gemaakt worden. Zorg dat je 
minimaal 80% beheerst.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is niet goed gespeld?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is niet goed gespeld?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Goed of fout?
Het is de tegenwoordige tijd.
Fout is natuurlijk: steund. Dit moet zijn: steunt.
(Het hele werkwoord: steunen. De stam: steun)
Bron: Taalfouten spotten.

de(n) of te(n)?

Om te weten of je bij een zwak werkwoord in de verleden tijd nu de(n) of te(n) moet schrijven, gebruik je 't ex-kofschip.


  1. hele werkwoord -en  = stam branden / surfen
  2. laatste letter van de stam in 't ex-kofschip?: brand / surf
  3. nee: de(n): de(n)
  4. ja: te(n): te(n)
  5. ik-vorm van werkwoord + uitgang : brandde(n) / surfte(n)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de(n) of te(n)?

Pas wel op bij bijzondere werkwoorden als: verhuizen


  1. hele werkwoord -en  = stam verhuizen
  2. laatste letter van de stam in 't ex-kofschip?: nee
  3. dus de(n)
  4. ik-vorm van werkwoord + uitgang : verhuiSde(n)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord eindigt op een -d of een -t. 
Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).
Dus: 
Ik heb gerend. (want rende) 
Ik heb gefietst. (want fietste)
Ik heb gepakt. (want pakte)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Je schrijft het bijvoeglijk naamwoord zo simpel mogelijk!

De nagekeken opdracht. 
Het vernielde voetbalveld.
De aangebrande aardappelen.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is fout en waarom?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soms ben je nog niet klaar met IETS doen.
Het is onvoltooid.
"lopend" moet ik
naar huis.
'Fluitend' kom ik binnen.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kermen van de pijn.
Kermen is het hele ww (infinitief). -d-
erbij:
KERMEND

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

een onvoltooid deelwoord

A
is de infinitief (hele werkwoord) met-d(e)
B
is de stam met-d
C
soms d en soms niet

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

(mopperen) en (huilen) kwam de voetballer de kleedkamer in.
A
mopperent en huilend
B
mopperend en huilent
C
mopperend en huilend

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sjaan (verhuizen) morgen en Job is gisteren (verhuizen)
A
Sjaan verhuisT en Job is verhuisT
B
Sjaan verhuisD en Job is verhuisD
C
Sjaan verhuisT en Job is verhuisD

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

QUIZ!

Eens zien of jullie de regels goed in jullie hoofd hebben.     

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel behaald?
Je kunt werkwoorden correct spellen met behulp van het schema werkwoordspelling.

Gaat dit al goed?
Spelling: werkwoordspelling

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions