Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Toen zag ik haardaar langsscheuren op haar scooter
3 minuten
een dag
een week
een maand
een jaar
Amisha
Amel
Den Haag
Rotterdam
bij stoplicht
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
noteer van de volgende zinnen
het verwijswoord
waar verwijzen ze naar
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Question ouverte
noteer van de volgende zinnen
welk soort verwijswoord er staat
waar verwijzen ze naar
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Question ouverte
leg uit
wat gaat er mis bij de volgende zinnen?
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Question ouverte
Slide 22 - Question ouverte
Maak opdracht 6 en 7 (blz 81) in je schrift.
Let op je formulering, dus schrijf je antwoord op in hele zinnen. Je begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. Ook let je extra op de werkwoordspelling.