Tijdvak 3: het christendom

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Leerdoelen

Aan het einde van de les kan ik...

1. Opnoemen wat een monotheïstisch godsdienst is.

2. Uitleggen hoe het christendom zich in Europa verspreidde en waarom vorsten en missionarissen daarvoor met elkaar samenwerkten.

Wat weet je nog over het christendom
in de tijd van Grieken en Romeinen?

Christendom

Het christendom is een monotheïstische religie, men gelooft in één God.

Gelovigen trekken zich in de middeleeuwen terug in het klooster, als non of monnik. Binnen de muren van het klooster hielden zij zich veelal bezig met bidden en het overschrijven van boeken (monnikenwerk)

Werkwijze

missionarissen werden naar Europa gestuurd om heidenen te kerstenen.

Kerstenen

Met kerstenen bedoelen we dat missionarissen ongelovigen bekeerden tot het christendom.

Heidenen

Heidenen zijn ongelovigen.

Voordelen vorst:

- Steun van de kerk 

   in besturen. De  

   kerk was heel 

   georganiseerd. 

- Iedereen gelooft 

   hetzelfde

Voordelen kerk:

- Onderdanen 

   nemen het geloof 

   van de vorst over. 

- Bekeren is lastig 

   als vreemdeling.

- Militaire 

  bescherming.

Monotheïsme betekent...

1. Geloof in de natuur
2. Geloof in meerdere Goden
3. Geloof in één God
4. Ongelovig zijn

De uitspraak 'monnikenwerk' stamt af uit de Middeleeuwen

1. Juist
2. Onjuist

De kerstening van de Friezen en Saksen verliep heel makkelijk

1. Juist
2. Onjuist

Twee bekende missionarissen waren Willibrord en Bonifatius

1. Juist
2. Onjuist

Doordat koning Clovis zich liet bekeren tot het Christendom voelde al zijn onderdanen zich in één klap Christen

1. Juist
2. Onjuist

Welk voordeel had koning Clovis om zich te bekeren tot het Christendom

Welk voordeel had de kerk om samen te werken met koning Clovis?